Brussels Gewest helpt gemeente Vorst met financiële problemen

Persbericht

De gemeente Vorst is er niet in geslaagd een begroting in evenwicht voor 2022 te bereiken. Om het tekort op te vangen, zal ze een beroep kunnen doen op het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, het BGHGT. Dit gewestelijke mechanisme maakt het toekennen van leningen mogelijk in het kader van het financieel gezond maken van de plaatselijke besturen, alsook het gebruikmaken van begeleiding bij het beheer van hun financiën. Hieronder volgt meer uitleg.

Van alle bestuursniveaus zijn enkel de gemeenten verplicht een jaarlijkse begroting in evenwicht voor te leggen, waarbij de inkomsten minstens gelijk zijn aan de uitgaven. “Dat is niet altijd vanzelfsprekend! Zeker wanneer het aantal opdrachten toeneemt, wanneer ze in de eerste linie staan om crisissen te beheren of wanneer ze het hoofd moeten bieden aan sterk stijgende prijzen als gevolg van de inflatie”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

De gemeente die het meest recent moeilijkheden ondervindt om een begroting in evenwicht voor te leggen, is Vorst. Gelukkig kan zij rekenen op de steun van het Brussels Gewest dankzij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, het BGHGT. Dit mechanisme zorgt ervoor dat niet-terugvorderbare leningen worden toegekend in het kader van het financieel gezond maken van de plaatselijke besturen. De gemeente van haar kant verbindt zich ertoe om een plan uit te voeren dat een terugkeer naar een budgettair evenwicht mogelijk maakt. Daartoe stelt het Gewest een gewestelijk inspecteur aan die de gemeente begeleidt bij de opstelling van een financieel plan en de opvolging ervan. We zeggen dan dat de gemeente aan een financieel plan onderworpen is.

“Het BGHGT is een mechanisme dat ondersteuning biedt, maar geen controle uitvoert. De gewestelijke inspecteurs werken samen met de gemeenten om te bepalen welke maatregelen moeten worden ingevoerd om de gemeentelijke financiën te verbeteren. Het kan bijvoorbeeld gaan om besparingsmaatregelen, zoals het stroomlijnen van de diensten, het verminderen van het gebruik van leningen of het verbeteren van de inkomsten”, preciseert de DéFI-minister.

Opgelet! Hoewel alle Brusselse gemeenten onderworpen zijn aan toezicht, zijn ze niet allemaal aan een financieel plan onderworpen. Momenteel genieten Anderlecht, Sint-Agatha-Berchem, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Molenbeek, Sint-Gillis, Schaarbeek en Watermaal-Bosvoorde, en nu ook Vorst, steun van het Herfinancieringsfonds. De gemeenten die een lening van het Fonds hebben gekregen, worden de volledige duur van de leningen, namelijk 20 jaar, zelfs als de situatie verbeterd is, opgevolgd door een inspecteur. Er zijn ook gemeenten als Watermaal-Bosvoorde of Etterbeek die nog steeds opgevolgd worden, zelfs indien ze een lening kregen in 2005 of 2007.

Sinds de oprichting van het BGHGT in 1993 werd in totaal bijna 223,6 miljoen euro aan kaskredieten aan de gemeenten toegekend.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Energetische renovatie van gemeentelijke gebouwen

Actualiteit
Energetische renovatie van gemeentelijke gebouwen

Om de plaatselijke besturen te ondersteunen bij de energetische renovatie van de gemeentelijke gebouwen, heeft het Gewest een projectoproep gelanceerd op initiatief van minister Bernard Clerfayt. De subsidiegraad van de werkzaamheden bedraagt 100%, met een maximumbedrag van 400.000 euro per project. Anders gezegd: het Gewest neemt de volledige kosten op zich.

In totaal hebben 17 gemeenten 68 projecten voorgesteld. 37 ervan werden gekozen voor een totaalbedrag van 10.440.469 euro.

Welke werken?

Het gaat om het vernieuwen van daken, het isoleren en het vervangen van ramen. Enkele voorbeelden: de totaalrenovatie van het Huis der Kunstenaars in Anderlecht, de vervanging van de ramen van de school Clair-Vivre in Evere, het isoleren en het vergroenen van de daken van het kinderdagverblijf Koningin Fabiola in Jette, de vervanging van de ramen van een sportcentrum in Sint-Gillis en de plaatsing van een nieuw verwarmingssysteem in de school Mésanges in Watermaal-Bosvoorde.

Wat waren de voorwaarden?

Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moesten de projectdragers aan verschillende voorwaarden voldoen:

  1. Het voorstellen van een project over werkzaamheden in verband met energie: isolatie, vervanging van de ramen, plaatsing van een warmtepomp, etc.
  2. De werkzaamheden voor de renovatie moeten betrekking hebben op een reeds bestaand gebouw van de gemeente.
  3. Het voorzien van een minimumbudget van 50.000 euro voor de werkzaamheden.

De uitgaven verminderen en onze milieudoelstellingen bereiken

Meer dan de helft van de Brusselse uitstoot van broeikasgassen is afkomstig van het energieverbruik in gebouwen. De Brusselse gebouwen behoren op Europees niveau overigens tot de meest energieverslindende. En de gebouwen van de gemeenten vormen daarop geen uitzondering.

“Voor deze projectoproep heb ik beslist de energetische renovaties van de gemeentelijke gebouwen te valoriseren. Onze scholen, rusthuizen en bibliotheken zijn vaak oude, slecht geïsoleerde gebouwen die veel energie verbruiken. Deze subsidie zal de gemeenten moeten helpen bij het verminderen van hun uitgaven voor energieverbruik en een initiatief voor het milieu ondersteunen”, preciseert de Brusselse minister.

10,5 miljoen euro voor energetische renovatie van gebouwen van Brusselse gemeenten

Persbericht

Op voordracht van de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, heeft de Brusselse Regering de toekenning van subsidies voor een bedrag van 10,5 miljoen euro aan 17 Brusselse gemeenten voor de renovatie van hun gebouwen goedgekeurd. De bedoeling? De gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van energiebesparende werkzaamheden zoals het vernieuwen van daken, het isoleren en het vervangen van ramen.

Meer dan de helft van de Brusselse uitstoot van broeikasgassen is afkomstig van het energieverbruik in gebouwen. De Brusselse gebouwen behoren op Europees niveau overigens tot de meest energieverslindende. En de gebouwen van de gemeenten vormen daarop geen uitzondering.

“Het Brussels Gewest heeft zich ertoe verbonden, in het kader van Renolution, om zijn uitstoot van broeikasgassen te verminderen door zijn gebouwen te renoveren. De gemeenten zijn eigenaar van tal van gebouwen en ook zij moeten deel uitmaken van deze aanpak. Vooral omdat zij niet gespaard blijven van de stijging van de energiekosten”, legt Bernard Clerfayt uit.

Om de plaatselijke besturen te ondersteunen bij de verwezenlijking van energetische werkzaamheden, heeft het Gewest een projectoproep gelanceerd met een subsidiegraad van 100%, met een maximumbedrag van 400.000 euro per project. Anders gezegd: het Gewest neemt de volledige kosten op zich.

“Voor deze projectoproep heb ik beslist de energetische renovaties van de gemeentelijke gebouwen te valoriseren. Onze scholen, rusthuizen en bibliotheken zijn vaak oude, slecht geïsoleerde gebouwen die veel energie verbruiken. Deze subsidie zal de gemeenten moeten helpen bij het verminderen van hun uitgaven voor energieverbruik en een initiatief voor het milieu ondersteunen”, preciseert de Brusselse minister.

In totaal hebben 17 gemeenten 68 projecten voorgesteld. 37 ervan werden gekozen voor een totaalbedrag van 10.440.469 euro.

Het gaat bijvoorbeeld om de totaalrenovatie van het Huis der Kunstenaars in Anderlecht, de vervanging van de ramen van de school Clair-Vivre in Evere, het isoleren en het vergroenen van de daken van het kinderdagverblijf Koningin Fabiola in Jette, de vervanging van de ramen van een sportcentrum in Sint-Gillis en de plaatsing van een nieuw verwarmingssysteem in de school Mésanges in Watermaal-Bosvoorde.

Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moesten de projectdragers aan verschillende voorwaarden voldoen:

  1. Het voorstellen van een project over werkzaamheden in verband met energie: isolatie, vervanging van de ramen, plaatsing van een warmtepomp, etc.
  2. De werkzaamheden voor de renovatie moeten betrekking hebben op een reeds bestaand gebouw van de gemeente.
  3. Het voorzien van een minimumbudget van 50.000 euro voor de werkzaamheden.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Graven van lokaal historisch belang worden beschermd

Actualiteit
Graven van lokaal historisch belang worden beschermd

Begraafplaatsen maken integraal deel uit van het Brusselse erfgoed. Zij staan vol opmerkelijke monumenten en herbergen de graven van persoonlijkheden die hun stempel hebben gedrukt op de geschiedenis. Om die reden heeft de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, een besluit opgesteld om de graven van lokaal historisch belang te beschermen.

Volgens de legende komt Kuifje op Allerheiligen hulde brengen aan zijn geestelijke vader. Om een glimp van de beroemde geest op te vangen, moet je naar de begraafplaats van Ukkel-Dieweg, waar zich de laatste rustplaats van Hergé bevindt.

Historische landschappen

Begraafplaatsen worden vaak gezien als droevige en donkere plekken. In werkelijkheid zijn het echter plaatsen vol geschiedenis en schatten. Brede lanen, tuinen, architecturale werken, graven van historische personen,… Begraafplaatsen bieden ongewone landschappen en staan vol opmerkelijke monumenten.

Op de begraafplaats van Brussel liggen bijvoorbeeld de graven van Brusselaars als François Van Campenhout, de componist van de Brabançonne, Théodore Verhaegen, de oprichter van de ULB, en Ferdinand Wellens, een drukker die lid was van het verzet en die verantwoordelijk was voor de beroemde “Faux Soir” in november 1943. Er zijn ook bouwwerken in art-nouveaustijl te vinden die ontworpen werden door Victor Horta, die begraven ligt op de begraafplaats van Elsene.

Inventariseren om onderhoud te verzekeren

Het behoud van dit lokale funeraire erfgoed wordt geregeld door een besluit van de Brusselse Regering. Het principe? Elke gemeente wordt uitgenodigd om een lijst op te stellen met de graven van zogenaamd lokaal historisch belang op haar grondgebied. Met andere woorden: alle monumenten die opvallen vanuit historisch, artistiek, landschappelijk of ander oogpunt.

Alle graven op de lijst zullen bewaard en onderhouden moeten worden door de concessiehouder, en wanneer er geen erfgenaam is, door de gemeente.

Vanaf de inwerkingtreding van het besluit heeft de gemeente vier jaar de tijd om zich in orde te stellen.

“We hebben het geluk tal van parels te bezitten op onze Brusselse begraafplaatsen. Het doel van dit besluit bestaat erin dit lokale funeraire erfgoed te kunnen bewaren. Het is immers onze plicht om niet te vergeten”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Brussels Gewest beschermt graven van lokaal historisch belang

Persbericht

Begraafplaatsen maken integraal deel uit van het Brusselse erfgoed. Zij staan vol opmerkelijke monumenten en herbergen de graven van persoonlijkheden die hun stempel hebben gedrukt op de geschiedenis. Om die reden heeft de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, een besluit opgesteld om de graven van lokaal historisch belang te beschermen.

Volgens de legende komt Kuifje op Allerheiligen hulde brengen aan zijn geestelijke vader. Om een glimp van de beroemde geest op te vangen, moet je naar… de begraafplaats van Ukkel-Dieweg, waar zich de laatste rustplaats van Hergé bevindt.

Begraafplaatsen worden vaak gezien als droevige en donkere plekken. In werkelijkheid zijn het echter plaatsen vol geschiedenis en schatten. Brede lanen, tuinen, architecturale werken, graven van historische personen,… Begraafplaatsen bieden ongewone landschappen en staan vol opmerkelijke monumenten.

Op de begraafplaats van Brussel liggen bijvoorbeeld de graven van Brusselaars als François Van Campenhout, de componist van de Brabançonne, Théodore Verhaegen, de oprichter van de ULB, en Ferdinand Wellens, een drukker die lid was van het verzet en die verantwoordelijk was voor de beroemde “Faux Soir” in november 1943. Er zijn ook bouwwerken in art-nouveaustijl te vinden die ontworpen werden door Victor Horta, die begraven ligt op de begraafplaats van Elsene.

Het behoud van dit lokale funeraire erfgoed wordt geregeld door een besluit van de Brusselse Regering. Het principe? Elke gemeente wordt uitgenodigd om een lijst op te stellen met de graven van zogenaamd lokaal historisch belang op haar grondgebied. Met andere woorden: alle monumenten die opvallen vanuit historisch, artistiek, landschappelijk of ander oogpunt.

Alle graven op de lijst zullen bewaard en onderhouden moeten worden door de concessiehouder, en wanneer er geen erfgenaam is, door de gemeente.

Vanaf de inwerkingtreding van het besluit heeft de gemeente vier jaar de tijd om zich in orde te stellen.

“We hebben het geluk tal van parels te bezitten op onze Brusselse begraafplaatsen. Het doel van dit besluit bestaat erin dit lokale funeraire erfgoed te kunnen bewaren. Het is immers onze plicht om niet te vergeten”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Diversiteitsbeleid: evaluatie en optimalisatie

Actualiteit
Diversiteitsbeleid: evaluatie en optimalisatie

Na een evaluatie van het diversiteitsbeleid in de besturen sinds de ordonnantie van 2019, stelt minister Bernard Clerfayt de koers bij en wil hij een rechtstreekse link tussen de subsidie en de uitvoering van een diversiteitsplan dat wordt beheerd door een "diversiteitsmanager".

Er zal een evaluatiecomité worden opgericht om zich van de doeltreffendheid van het diversiteitsplan te vergewissen. In geval van een negatieve evaluatie zal het bestuur een jaar lang niet in aanmerking komen voor de subsidie.

Belang van diversiteit in het openbaar ambt

Discriminatie in arbeidsrelaties heeft ook betrekking op het openbaar ambt. "Het is tijd om de opdrachten van de diversiteitsmanager te valoriseren en te professionaliseren. Het gaat immers om een functie die essentieel is voor de invoering van een relevant beleid op maat voor de bevordering van de diversiteit in het plaatselijke openbaar ambt”, concludeert Bernard Clerfayt.

Kortom, de huidige voorwaarden voor het toekennen van de subsidie maken het niet mogelijk om diversiteit binnen besturen effectief te bevorderen.

Waarom worden de voorwaarden en controles voor diversiteitsbeleid aangescherpt?

Tot hiertoe werd de subsidie toegekend aan de besturen die minstens 10% van de kandidaten afkomstig uit kansarme wijken aanwerven. “De subsidie zoals ze nu voorzien is, vat het diversiteitsbeleid alleen samen in termen van aanwerving. Terwijl ze moet worden uitgebreid naar het personeelsbeheer, opleiding, sensibilisering en interne communicatie. Kortom, een veelheid aan acties die input zouden kunnen vormen voor een diversiteitsplan op maat voor de gemeente. Bovendien moeten we vaststellen dat het adres van een werkzoekende niet altijd zijn sociale situatie weerspiegelt. Hoe zit het met het gender, de handicap, de leeftijd of het diploma?”, stelt de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt.

 

Het Brussels Gewest past zijn wetgeving aan om de bevordering van de diversiteit binnen zijn plaatselijke administraties te versterken

Persbericht

Op voordracht van de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, is de Brusselse Regering van plan om de diversiteit binnen het plaatselijke openbaar ambt te versterken. Hoe? Door een subsidie toe te kennen bij de invoering van een diversiteitsplan en de verwezenlijking van de bijbehorende acties.

Een kandidaat weigeren aan te werven vanwege zijn huidskleur; een collega belachelijk maken op basis van zijn veronderstelde seksuele geaardheid; geen borstvoeding kunnen geven in een rustige ruimte op kantoor; … Discriminatie op het werk heeft altijd bestaan en het plaatselijke openbaar ambt vormt daar geen uitzondering op. Om die reden heeft het Brussels Parlement in 2019 een ordonnantie goedgekeurd met het oog op een beleid voor de bevordering van diversiteit en de bestrijding van discriminatie bij de Brusselse plaatselijke ambtenarij. Het principe? Een subsidie toekennen aan de besturen met een diversiteitsplan die minstens 10% van de kandidaten afkomstig uit kansarme wijken, aanwerven.

Sinds de inwerkingtreding van de maatregel is de balans verre van bevredigend. Slechts zeven gemeenten beschikken over een diversiteitsplan, terwijl het een wettelijke verplichting betreft die recht op de subsidie geeft.

“De subsidie zoals ze nu voorzien is, vat het diversiteitsbeleid alleen samen in termen van aanwerving. Terwijl ze moet worden uitgebreid naar het personeelsbeheer, opleiding, sensibilisering en interne communicatie. Kortom, een veelheid aan acties die input zouden kunnen vormen voor een diversiteitsplan op maat voor de gemeente. Bovendien moeten we vaststellen dat het adres van een werkzoekende niet altijd zijn sociale situatie weerspiegelt. Hoe zit het met het gender, de handicap, de leeftijd of het diploma?”, stelt de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt.

De analyses van de “diversiteitsverslagen” van Actiris en van het onderzoek geleid door Brussel Plaatselijke Besturen bij de HR-diensten van de gemeenten zijn duidelijk: de huidige voorwaarden voor de toekenning van de subsidie laten niet toe om de diversiteit binnen de plaatselijke administraties efficiënt te bevorderen.

Op basis van deze vaststelling stelt de DéFI-minister voor om eindelijk een rechtstreekse link te leggen tussen de subsidie en de invoering van een diversiteitsbeleid. Voortaan zal de subsidie worden toegekend op voorwaarde dat de plaatselijke administratie zich ertoe verbindt een diversiteitsplan uit te werken. Deze steun zal ervoor zorgen dat de opdrachten van een medewerker van de gemeente – een “diversiteitsmanager”, die belast wordt met de ontwikkeling en de uitvoering van het plan – gefinancierd kunnen worden.

Er zal een evaluatiecomité worden opgericht om zich van de doeltreffendheid van het diversiteitsplan te vergewissen. In geval van een negatieve evaluatie zal de gemeente een jaar lang niet in aanmerking komen voor de subsidie.

“Het is tijd om de opdrachten van de diversiteitsmanager te valoriseren en te professionaliseren. Het gaat immers om een functie die essentieel is voor de invoering van een relevant beleid op maat voor de bevordering van de diversiteit in het plaatselijke openbaar ambt”,besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45