Alternerend leren: meer bedrijven overtuigen om stagairs op te leiden

Actualiteit
Alternerend leren

2.280 personen die een alternerende opleiding volgen, zijn voor het academiejaar 2020-2021 nog steeds op zoek naar een stageplaats.

Om meer ondernemingen aan te zetten stagairs op te leiden, verhoogt de Brusselse Regering de mentorpremie voor 2021-2022. Het bedrag van de premie wordt opgetrokken van 1.750 euro naar 3.000 euro en de leeftijdsvoorwaarde voor de stagiair wordt geschrapt. Tot nog toe werd de premie toegekend aan min-25-jarigen.

Er werd een budget van 6.450.000 euro vrijgemaakt voor deze maatregel waarvan meer dan 2.000 opleidingsondernemingen kunnen gebruikmaken.

Opleidingen afgestemd op verwachtingen werkgevers

“Ik ben ervan overtuigd dat het alternerend onderwijs kan bijdragen aan de versnelling van de socio-economische relance van het Brussels Gewest, omdat het mensen in staat stelt zich de vaardigheden eigen te maken die de werkgevers verwachten. Er zijn immers nog te weinig werkgevers die stagiairs binnen hun onderneming opleiden. En het is duidelijk dat de sombere economische context hen niet aanzet om dat meer te gaan doen. Dankzij deze premie van 3.000 euro en de versoepeling van de toekenningsvoorwaarden hoop ik dat we een massale inzet van de economische wereld voor het alternerend onderwijs zullen vaststellen”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Alternerend leren wordt positief onthaald

In Brussel bieden Efp-Sfpme en Syntra dit soort opleiding aan. De alternerende opleiding is een pedagogie die het verwerven van competenties in zowel het opleidingscentrum als in de onderneming mogelijk maakt. In 2018 keurde de Brusselse Regering reeds een hervorming goed om de maatregel van het alternerend onderwijs te stimuleren en voerde met name een mentorpremie in voor ondernemingen die zich inzetten voor de opleiding van een jongere van minder dan 25 jaar die alternerend onderwijs volgt.

“Het alternerend leren, de aanpak bij uitstek om werk te vinden”, “Het alternerend leren is een win-winsituatie”, “De alternerende opleiding is populair” en “Het alternerend leren is een uitmuntende opleidingsmogelijkheid”. De voorbije jaren is iedereen een voorstander van alternerende opleidingen geworden: de economische actoren, de politieke wereld en zelfs het Koninklijk Paleis. Toch moeten we vaststellen dat in de praktijk, hoewel steeds meer jongeren en minder jonge mensen voor dit soort opleiding kiezen, velen van hen nog op zoek zijn naar een opleidingsonderneming om hun jaar te kunnen valideren.

Wat u ook zou kunnen interesseren:

Opleidingsondernemingen voor alternerend leren krijgen vanaf september premie van 3.000 euro

Persbericht

Op voordracht van Bernard Clerfayt heeft de Brusselse Regering ingestemd met de toekenning van een premie van 3.000 euro voor de opleidingsondernemingen. De bedoeling: het aantal werkgevers doen toenemen dat zich inzet om stagiairs die alternerend onderwijs volgen, op te leiden.

“Het alternerend leren, de aanpak bij uitstek om werk te vinden”, “Het alternerend leren is een win-winsituatie”, “De alternerende opleiding is populair” en “Het alternerend leren is een uitmuntende opleidingsmogelijkheid”. De voorbije jaren is iedereen een voorstander van alternerende opleidingen geworden: de economische actoren, de politieke wereld en zelfs het Koninklijk Paleis. Toch moeten we vaststellen dat in de praktijk, hoewel steeds meer jongeren en minder jonge mensen voor dit soort opleiding kiezen, velen van hen nog op zoek zijn naar een opleidingsonderneming om hun jaar te kunnen valideren.

In 2018 keurde de Brusselse Regering reeds een hervorming goed om de maatregel van het alternerend onderwijs te stimuleren en voerde met name een mentorpremie in voor ondernemingen die zich inzetten voor de opleiding van een jongere van minder dan 25 jaar die alternerend onderwijs volgt.

Toch waren er voor het academiejaar 2020-2021 2.280 personen ingeschreven in het alternerend onderwijs in Brussel die nog steeds op zoek zijn naar een stageplaats. De alternerende opleiding is namelijk een pedagogische methode die het verwerven van competenties voorziet in zowel het opleidingscentrum als in de onderneming. In Brussel bieden Efp-Sfpme en Syntra dit soort opleiding aan.

Om die reden wil de Brusselse Regering de mentorpremie voor het academiejaar 2021-2022 verhogen:

  • het bedrag van de premie stijgt van 1.750 euro naar 3.000 euro;
  • de leeftijdsvoorwaarde wordt geschrapt.

“Ik ben ervan overtuigd dat het alternerend onderwijs kan bijdragen aan de versnelling van de socio-economisch relance van het Brussels Gewest, omdat het mensen in staat stelt zich de vaardigheden eigen te maken die de werkgevers verwachten. Er zijn immers nog te weinig werkgevers die stagiairs binnen hun onderneming opleiden. Dankzij deze premie van 3.000 euro en de versoepeling van de toekenningsvoorwaarden hoop ik dat we, naast de mooie verklaringen, een massale inzet van de economische wereld voor het alternerend onderwijs zullen vaststellen”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Er werd een budget van 6.450.000 euro vrijgemaakt voor deze maatregel waarvan meer dan 2.000 opleidingsondernemingen kunnen gebruikmaken.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Nieuwe opleiding om youtuber te worden!

Actualiteit
opleiding om youtuber

Startup Vie en Bruxelles Formation verenigen zich om de volkomen nieuwe opleiding “Youtuber worden voor jezelf of je onderneming” op te starten met de crème de la crème van de Belgische youtubers en start-ups!

Deze eerste youtuber-opleiding, die uniek is in haar soort, start op 28 september 2021 en zal 12 weken lang 15 Brusselse werkzoekenden vormen. De opleiding omvat 4 pijlers: video, audio, streaming en digital marketing.

De opleiding richt zich tot personen die hun eigen Youtube-kanaal willen oprichten of youtuber in een onderneming willen worden om content voor bedrijven te produceren.

“De nieuwe internetmedia zoals Youtube zijn vandaag niet meer weg te denken. 70% van de gebruikers online gebruikt dit format om een product of een dienst te ontdekken. Deze vaststelling rechtvaardigt ruimschoots de oprichting en opstart van de opleiding om youtuber te worden. Video is veel meer dan een gadget en de toekomst van de bedrijfscommunicatie. Deze nieuwe en korte topopleiding komt dus tegemoet aan een steeds grotere behoefte en opent nieuwe carrièremogelijkheden voor werkzoekenden”, stelt Bernard Clerfayt, de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Werk en Beroepsopleiding.

Zij zullen er zijn!

Tijdens de opleiding zullen bekende Belgische youtubers als Math (1,58 miljoen abonnees), ExVSK (523.000 abonnees), Silent Jill (385.000 abonnees) en Valentin Verthé (474.000 abonnees) aanwezig zijn om hun ervaringen te delen, advies voor de opstart te geven en hun beste trucs te verklappen om partnerschappen te onderhandelen.

Het is een unieke kans om de basis te leren voor het maken van podcasts, montages van korte clips en streamingtechnieken. “Onze opleiding is BeCode voor de creators van audio en video”, aldus Thierry Huart-Eeckhoudt, de CEO van Startup Vie.

Youtuber voor een onderneming?

Er is een nieuw beroep aan het ontstaan, namelijk dat van bedrijfs-youtuber. Een nieuw profiel dat de onderneming helpt om haar avontuur te vertellen in plaats van zich te verkopen.

In volle relance is het belangrijk dat de bedrijven hun bedrijfsavontuur kunnen vertellen dankzij de nieuwe formats van video, podcast en streaming.

“Via deze nieuwe opleiding wil Bruxelles Formation komaf maken met de conventies door werkzoekenden zonder veel academische bagage de kans te geven een job met toekomst uit te oefenen in de digitale marketing. Verschillende ondernemingen en start-ups hebben hun belangstelling reeds getoond en willen hen op het einde van de opleiding een stage aanbieden. We kijken ernaar uit om de krachttoeren van onze toekomstige youtubers te mogen aanschouwen!”, verklaart Olivia P’tito, de directeur-generaal van Bruxelles Formation.

De opleiding tot youtuber wordt afgesloten met een stage van 8 weken in een onderneming.

De beste Belgische start-ups zullen de stagiairs onthalen. Het gaat onder meer om Listminut, Univercells, Efarmz, Poppy, Sortlist, Easyvest, Beinfluence en Foodiz.

De deelnemende werkzoekenden zullen hun sociale voordelen kunnen behouden en een opleidingspremie ontvangen.

Een job voor iedereen = inzetten op loopbaanbegeleiding!

Actualiteit
het Beroepenpunt van Brussel

Op 2, 3 en 4 juni vindt de Spring School plaats. Dat is een initiatief van het Internationaal Netwerk van Beroepenpunten en het Beroepenpunt van Brussel, waarbij onder meer in Brussel en Parijs videoconferenties worden georganiseerd.

“Loopbaanbegeleiding als een van de Europese kernuitdagingen” is het centrale thema. De Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, voerde donderdagnamiddag 3 juni het woord in het kader van een dag rond het thema “De beroepenpunten: een innovatieve oplossing om tegemoet te komen aan de Europese uitdagingen op het gebied van een levenslange begeleiding?”

Helpen bij het maken van de juiste keuze

De minister heeft allereerst het bepalende karakter van loopbaanbegeleiding willen benadrukken: een voorwaarde voor succesvolle in- of re-integratie. “In een context waarin beroepen steeds veranderen, nieuwe beroepen ontstaan en nieuwe vaardigheden worden ontwikkeld, zijn een informatiecentrum en kwaliteitsvolle ondersteuning essentieel! Dat is nu net wat een Beroepenpunt doet: helpen bij het maken van de juiste keuze.”

“Vandaag zitten we niet stil: nu eens zijn we student, dan weer werknemer, of we volgen een opleiding om zaakvoerder te worden, …” In deze context onderscheidt het Beroepenpunt zich als de bevoorrechte partner om alle doelgroepen te ondersteunen en te begeleiden bij deze loopbaankeuzes. 90% van de bezoekers zegt bij het Beroepenpunt de antwoorden op hun vragen te hebben gevonden.

Rebound.brussels: een terugkeer naar de arbeidsmarkt door loopbaanbegeleiding en opleiding

"Voor werknemers die getroffen werden door de gevolgen van de COVID-crisis, hebben we Rebound.brussels gelanceerd", herhaalt de minister van Werk. Deze dienst ondersteunt ontslagen werknemers, zodat ze zo snel mogelijk weer aan het werk kunnen gaan.

Hoe kunnen de verworven vaardigheden nuttig en bruikbaar zijn in een andere sector? Het doel is om werknemers zo snel mogelijk te (her)oriënteren op de arbeidsmarkt. Daarvoor kan een opleiding nodig zijn.

Opnieuw is de rol van opleiding doorslaggevend. Bernard Clerfayt herinnerde eraan dat “loopbaanbegeleiding moet worden voortgezet met het opleidingsaanbod”. En de opleidingen moeten voorzien in sociaaleconomische behoeften.

Polen Opleiding-Werk, een brug tussen overheidsdiensten en sectoren

“In het Brussels Gewest hebben we nieuwe en innovatieve tools ontwikkeld: de Polen Opleiding-Werk.” Door de middelen van de openbare en de privésector te bundelen, verhoogt het Gewest de kwaliteit en kwantiteit van de opleidingen.

Bovenal hebben deze Polen een controlerende rol. Ze moeten anticiperen op de behoeften van de arbeidsmarkt, een toekomstgerichte positionering hebben om te identificeren welke vaardigheden door werkgevers worden verwacht, en dus werkzoekenden en werknemers dienovereenkomstig opleiden.

Momenteel zijn er 4 Polen Opleiding-Werk: Techniek, gewijd aan de beroepen van de industriële technieken, Digitalcity voor digitale beroepen, Logistiek voor transport en logistiek en ten slotte Construcity voor de bouwsector.

“In onze bedrijven is er een beroep voor iedereen. De keuze voor dit beroep vereist in de eerste plaats een goede begeleiding”, besluit Bernard Clerfayt.

Aanbod beroepsopleidingen versterken met oog op evolutie van vaardigheden

Actualiteit
evolutie van vaardigheden

Manpower Group heeft net een nieuwe editie van de studie “Skills Revolution” op zijn Belgische website gepubliceerd. In deze studie wordt de vaststelling bevestigd dat de digitalisering versneld plaatsvindt als gevolg van de coronacrisis: “Het betreft een tijdswinst van drie jaar.”

In België “heeft 36% van de bevraagde werkgevers hun digitalisering tijdens de COVID-19-pandemie versneld”.

Hoe meer bedrijven digitaliseren, hoe meer jobs ze crëeren

Als minister van Werk en Digitalisering ben ik blij met de positieve impact die de digitalisering op de tewerkstelling heeft: “91% van de Belgische werkgevers die hun processen automatiseren, is van plan om extra personeelsleden aan te werven of hun personeelsbestand te behouden […].”

Beroepsopleiding moet tegemoetkomen aan evolutie van nieuwe competentievereisten

Het is bijzonder interessant om vast te stellen dat het aantal gecreëerde posten in de ondernemingen die hun digitaliseringsproces versneld hebben, groter is dan het aantal functies dat minder nuttig geworden is als gevolg van deze transformatie.

Door het aanbod aan beroepsopleidingen te versterken in met name de digitale sector, bereiden we mensen die tijdelijk werkloos zijn, voor om weer aan het werk te gaan, alsook alle werkzoekenden om hun inzetbaarheid te vergroten op een arbeidsmarkt die in volle transformatie is.

Dit zijn de sectoren die het meest betrokken zijn bij deze evolutie en dus de meeste jobs voortbrengen: de bouw, de financiële sector, het verzekeringswezen, de immobiliën en de diensten aan bedrijven.

In de studie worden de grote verschillen tussen de ontwikkelingen benadrukt met de vaststelling dat de zoektocht naar nieuw talent echt van start gaat voor de meest innoverende sectoren. “Het gaat hierbij om de groeisectoren, met name in de technologie, de digitale communicatie, de logistiek, de gezondheidszorg en de consultancy. Er is een grote vraag naar tal van profielen, of het nu gaat om projectmanagers, ingenieurs, data- of risicoanalisten, specialisten in digitale communicatie of IT-professionals.”

(Bovenstaande grafiek: © Manpower Group België)

Opleidingen voor tijdelijk werkloze werknemers

Actualiteit
Opleidingen voor tijdelijk werkloze werknemers

 

Talrijke gratis opleidingen zorgen ervoor dat tijdelijk werkloze werknemers zich met bijkomende troeven kunnen voorbereiden op het herstel. 

Alle Brusselaars die tijdelijk werkloos zijn, kunnen een opleiding in het Nederlands volgen bij de VDAB of in het Frans bij Bruxelles Formation.

Tijdelijk werkloze werknemers kunnen in hun sector een opleiding volgen

Veel sectoren hebben hun eigen opleidingscentrum. De nieuwe Pool Opleiding-Werk en het Beroepsreferentiecentrum voor de Horecasector bieden ook opleidingen aan voor tijdelijk werkloze werknemers:

Taalvaardigheid

Met taalcheques van Actiris kan je gratis taallessen volgen. Ja kan ook de Brulingua-app downloaden en vorderingen maken door middel van korte oefeningen die zijn aangepast aan je niveau.

De VDAB biedt verschillende opleidingen aan om je taal- en computervaardigheid te verbeteren. Wil je een cursus Nederlands volgen maar kan je niet vinden wat je zoekt? Neem contact op met de VDAB op 0800.30.700 om na te gaan of je voldoet aan de voorwaarden voor een terugbetaling van je inschrijvingsgeld van een opleiding. 

Digitale vaardigheden

Je kan gratis cursussen volgen dankzij de ICT-cheques van Actiris. Het is ook mogelijk om rechtstreeks naar PC-Skills.brussels te gaan, maar dan moet je wel eerst geregistreerd zijn bij Actiris.

Het Beroepenpunt om zich te heroriënteren

Het Beroepenpunt in Brussel kan tijdelijk werkloze werknemers helpen en een antwoord bieden op al hun vragen omtrent begeleiding, opleiding en studies, werkgelegenheid, mobiliteit en het starten van een eigen zaak. De gemakkelijkste manier om het Beroepenpunt te contacteren is via e-mail: info@cdm-bp.brussels, of via de facebookpagina.

Opleiding en digitalisering: partnerschappen versterken troeven van Brussel

Actualiteit
Mediaplanet heeft een panel van zeven deskundigen bijeengebracht rond Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering

Mediaplanet heeft een panel van zeven deskundigen bijeengebracht rond Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, Werk en Beroepsopleiding, en Barbara Trachte, de Brusselse staatssecretaris van Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek.

Hieronder worden enkele fragmenten van de uitwisselingen weergegeven, met een bijzondere focus op de aspecten van opleiding en digitalisering.*

Grote vraag naar competenties leidt tot kloof die gedicht moet worden

Zowel Guillaume Boutin, de CEO van Proximus Group, als Bruno de Thibault, de CEO van Touring, maken gewag van de inspanningen en goedgekeurde investeringen in de opleidingsprogramma’s. Deze laatste worden aangeboden in samenwerking met de gewestelijke agentschappen voor tewerkstelling en de opleidingsinstituten. Desondanks raken de leidinggevende functies niet ingevuld en volgen de opleidingsprocessen de evolutie van de vraag naar competenties niet.

Bernard Clerfayt wijst op de grote vraag naar competenties op de Brusselse arbeidsmarkt. Hoewel het opleidingsaanbod van een zeer goed niveau is, en dat is een troef van het Gewest, is Brussel echter “het meest veeleisend in termen van de vraag naar competenties”. En hij benadrukte de noodzaak om het competentieniveau van de werkzoekenden, met name op IT-vlak, te verbeteren.

De minister bracht de lopende partnerschappen dankzij het instrument van de polen opleiding-werk in herinnering. “Om de opleidingen en de noden van de bedrijven dichter bij mekaar te brengen, lopen er samenwerkingen tussen de overheidsdiensten voor opleiding en de privésector via de opleidingsfondsen voor werknemers. In de sectoren van de bouw, de techniek, de digitale technologieën en de logistiek bepalen de polen opleiding-werk de best mogelijke vormingen, zowel wat bijscholing betreft als voor werkzoekenden.”

Duaal leren = verbinding tussen beroep en opleiding

Voor 92 beroepen bestaat in het Brussels Gewest de oplossing van duaal leren; centraal daarbij staat de complementariteit tussen opleiding volgen en ervaring opdoen in bedrijven. De opleidingen richten zich tot jongeren vanaf 15 jaar en tot “een steeds groter publiek van volwassenen, met inbegrip van personen die zich omscholen”, preciseert Vincent Giroul, de directeur van Efp formation.

“80% van de jongeren die een alternerende opleiding heeft gevolgd, vindt meteen een job. Reden: het duaal leren zorgt ervoor dat de realiteit van een beroep meteen kan worden uitgeprobeerd in een onderneming, en de onderneming kan haar toekomstige werknemers op maat opleiden. Het duaal leren heeft toekomst en moet beter ondersteund worden, naar het voorbeeld van wat gebeurt in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk”, preciseert Bernard Clerfayt.

De directeur van Efp formation lanceert in dat verband een oproep aan de Brusselse bedrijven: “Midden januari jongstleden zochten 1.742 personen nog een stageplaats.” Het ontbreekt werkzoekenden niet aan motivatie: 7.000 personen zijn ingeschreven voor dit instrument voor duaal leren.

De Brusselaars kennen bepaalde activiteitendomeinen minder goed, hoewel er veel jobs in te vervullen zijn. Philippe Matthis herhaalt hoe belangrijk het succes van de haven en zijn “12.000 rechtstreekse en onrechtstreekse medewerkers” is. Hij bracht ook het belang van opleiding in het hart van de havenactiviteiten in herinnering: “Het personeel kan gebruikmaken van jaarlijkse opleidingsplannen en wij dragen, met Actiris, bij aan de aanwerving van startbaanovereenkomsten, die 10% van onze medewerkers betreffen.”

Bijscholing maakt ook deel uit van het praktische pedagogische beleid dat uitgevoerd wordt door de hogescholen, aldus Emmanuelle Havrenne, directrice-voorzitster van de hogeschool Ephec. Het partnerschap met de bedrijven “komt ook tot uiting via de 15 weken stage in een onderneming op het einde van de opleiding, via ondernemingen die onderwerpen voor eindwerken voorstellen”.

Innovatie en partnerschappen verhogen productiviteit

Innoviris ondersteunt elk jaar 300 projecten rond industrieel onderzoek, preciseert de adjunct-directeur-generaal, Marie-Carmen Bex. Zij illustreert het belang van partnerschappen en merkt op dat “meer dan 30% van de projecten het resultaat zijn van een samenwerking tussen verschillende actoren, en niet van één enkele instelling”.

Emmanuelle Havrenne brengt de verschillende aspecten van innovatie in de opleiding in herinnering. We zullen de competenties in termen van “digitalisering en nieuwe economische modellen – kringloop- of collaboratieve economie, e-business, etc.” onthouden. Ze preciseert dat, in deze context van de pandemie, “innovatie tenslotte de pedagogische praktijken betreft die een jaar geleden in het bijzonder aangepast moesten worden met het onderwijs op afstand en de platformen voor e-learning”.

Innovatie is van fundamenteel belang voor de permanente verbetering van de kennis en van onze samenleving, aldus Bernard Clerfayt. “Of ze nu technologisch of sociaal is, ze verbetert onze productiviteit, onze economie, onze koopkracht, ons levenscomfort, de kwaliteit van onze jobs, etc. De honger naar innovatie moet breed gedeeld worden en, bijgevolg, de honger naar STEIM-opleidingen (science, technology, engineering, IT, mathematics). Diegenen die deze opleidingen voltooien, hebben onmiddellijk voor lange tijd kwaliteitsvol werk.”

Meer jobs dankzij digitale technologieën

“Van de 92 beroepen die worden voorgesteld in onze opleidingen, wordt er niet één gespaard door de globalisering en de digitalisering. Wij nemen de digitale competenties dan ook in al onze programma’s op”, stelt Vincent Giroul.

Bernard Clerfayt legt de nadruk op de opportuniteiten voor het creëren van werk: “De digitalisering moet beheerst worden om economische activiteit te creëren. Agoria, de federatie van de technologische industrie, heeft benadrukt dat de digitalisering veel meer jobs zal creëren dan zal doen verdwijnen. De digitale kloof is evenwel een feit: volgens een recente studie van de Koning Boudewijnstichting beheerst 15% van de mensen de digitale tools helemaal niet en bijna 40% beheerst ze slecht. Om deze situatie te verbeteren, heeft Brussel een ‘plan voor digitale toe-eigening’ uitgewerkt dat de meest kwetsbare doelgroepen begeleidt.”

Data: “een bron voor toegevoegde waarde die eindeloos reproduceerbaar is”

Guillaume Boutin had het over de gevolgen van de gezondheidscrisis: “[…] Nooit hadden we zoveel nood aan nabijheid en menselijke contacten. […] De nood aan nabijheid zal er daarentegen voor zorgen dat de productie- en internettools opnieuw lokaler worden ingeplant. Dit is een enorme kans om de digitale diensten voor het dagelijkse leven, de economische ontwikkeling en de herschikking van kapitaal naar lokale afdelingen heruit te vinden. Een voorbeeld: de slager op de hoek van de straat zal morgen een webactor worden, omdat hij in staat zal zijn om zijn activiteiten op internet te promoten.”

De minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, brengt de toegevoegde waarde van het benutten van gegevens in herinnering. “De digitalisering leidt immers ook tot het gebruik van gegevens om de aangeboden diensten te verbeteren. Dat is wat we onder andere zien met de ‘Mobility As A Service Platforms’ (MaaS), toepassingen die het mogelijk maken om alle nodige informatie voor een betere mobiliteit te vinden, onder meer door gebruik te maken van artificiële intelligentie. Dit alles doet echter de vraag rijzen naar de veiligheid en het publieke karakter van onze gegevens. Persoonlijk ben ik een voorstander van een ruime openbaarheid van de gegevens, aangezien deze onuitputtelijk zijn en een bron van toegevoegde waarde vormen die tot in het oneindige gereproduceerd kan worden.”

Voor dit domein in het bijzonder herhaalt Guillaume Boutin het belang van partnerschappen. “Data vereisen een gezamenlijke aanpak door de publieke en de private sector. De soevereiniteit van de data en de ‘digitale kluizen’ zijn onderwerpen die we allemaal samen extreem snel onder de knie moeten krijgen. Als wij het niet doen, zullen andere Europese actoren of van elders ter wereld het in onze plaats doen!”

––––

* Dit artikel is een samenvatting van de uitwisselingen genoteerd door Philippe Van Lil voor Mediaplanet.