Sociale Top 2021

Sociale Top 2021

De Sociale Top van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft plaatsgevonden op woensdag 24 februari. Minister Bernard Clerfayt was tevreden over de constructieve sfeer tijdens de gesprekken. Hierbij enkele belangrijke punten uit de tussenkomst van de minister.

Om de crisis aan te pakken, hebben we tools om te begeleiden en op te leiden

Hij bracht de middelen in herinnering die de Brusselse Regering vrijgemaakt heeft inzake begeleidende maatregelen voor de werkzoekenden en opleiding. Deze middelen werden operationeel gemaakt dankzij de bijdrage van de sociale partners.

Het Gewest kan het hoofd bieden aan de gevolgen van deze crisis. De instrumenten zijn voorhanden en de sociale partners zijn erbij betrokken.

Een beleid ten gunste van de Brusselse werkzoekenden

We moeten ons economische beleid zo oriënteren dat onze inspanningen van vandaag ten goede komen aan de Brusselse werkzoekenden. De deelnemers brachten in herinnering dat voor alle Brusselaars die geen toegang tot werk hebben, het risico op armoede ontstaat. Daarom moeten we ons blijven toespitsen op het aandeel van de Brusselaars dat toegang heeft tot de arbeidsmarkt in verhouding tot de massa banen die op het gewestelijke grondgebied gecreëerd wordt. In dit opzicht stellen we een tekort vast.

Op de korte en langere termijn is dit punt van fundamenteel belang voor de relance van het Gewest. Onze werkzoekenden krijgen verhoudingsgewijs immers nog te weinig van de jobs die in het Brussels Gewest gecreëerd worden.

Oproep tot overlegde bijdrage van sociale partners

De minister van Werk en Beroepsopleiding herhaalde ook hoezeer hij het met de sociale partners gerealiseerde werk waardeert. Zij dragen bij aan alle gewestelijke instrumenten van het beleid inzake tewerkstelling en opleiding: Actiris, Bruxelles Formation, de Polen Opleiding-Werk. Deze Polen worden in alle sectoren opgericht, zoals ze vastgesteld werden in de gewestelijke beleidsverklaring.

Bernard Clerfayt verklaarde open te staan voor alle opmerkingen en suggesties die geformuleerd werden in het kader van deze Sociale Top, en vooral voor de toekomst, voor de aanwending van de middelen die werden toegekend om onze instrumenten voor begeleiding en opleiding te versterken.

Wat zeker niet mag ontbreken: talen en digitale technologie

Tot slot legde de minister de nadruk op de versterking van de basiscompetenties van de minst gekwalificeerde Brusselaars. In alle beroepen is het beheersen van de eerste taal, en nog beter, het leren van een tweede taal, onontbeerlijk. En hetzelfde geldt voor de digitale vaardigheden. Zij worden de sleutel voor de toegang tot werk, zelfs voor laaggeschoolde jobs.

Duidelijke criteria voor eretitels

écharppe mayorale

“Aangezien de aangelegenheid met betrekking tot de eretitels over verschillende federale teksten verspreid zat, moesten we de voorwaarden en de procedure samenbrengen in één tekst, die leesbaarder is en geen verouderde bepalingen meer bevat; de federale wetgeving dateert immers van 1980. Het was eveneens de gelegenheid om de toekenning van de titel aan een overleden burgemeester mogelijk te maken, alsook aan een plaatsvervangend burgemeester”, preciseert Bernard Clerfayt. Op zijn voordracht heeft de Brusselse Regering in eerste lezing een ontwerp van besluit goedgekeurd tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden voor een eretitel aan burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden.

Onlangs in het nieuws…

In augustus 2017 kreeg Willy Decourty de titel van ereburgemeester. Na bijna 14 jaar burgemeester van de gemeente Elsene te zijn geweest, mocht Willy Decourty deze eretitel dragen. Recenter is Eric Tomas, de voormalige burgemeester van Anderlecht, eveneens ereburgemeester geworden.

Een bevoegdheid die intussen gewestelijk is

Om deze titel te kunnen genieten, moet er voldaan worden aan bepaalde voorwaarden die tot nu toe vastgesteld werden door federale wetgeving. Aangezien deze competentie voortaan onder de Brusselse Regering valt, is zij tot een akkoord gekomen over een nieuw ontwerp van besluit dat dient om deze voorwaarden in verband met het dragen van eretitels zo goed mogelijk te vereenvoudigen en samen te vatten.

De titelvoerende burgemeesters kunnen aldus de titel van ereburgemeester aanvragen na de functie gedurende 10 jaar te hebben uitgeoefend, of gedurende 6 jaar op voorwaarde dat zij, in dezelfde gemeente, voorafgaand aan hun functie als burgemeester, gedurende minstens 6 jaar een schepenambt of gedurende minstens 12 jaar een mandaat van gemeenteraadslid hebben uitgeoefend.

Wat de ereschepenen betreft: zij moeten de post minstens 10 jaar hebben bekleed, of 6 jaar op voorwaarde dat zij voordien een mandaat als gemeenteraadslid in diezelfde gemeente hebben uitgeoefend gedurende minstens 12 jaar.

En gemeenteraadsleden ten slotte moeten minstens 18 jaar hun functie hebben bekleed om de titel te krijgen.

Nieuwigheden voor de eretitels

Het besluit bevat twee nieuwigheden. De eerste betreft de mogelijkheid om de eretitel toe te kennen aan de uittredende plaatsvervangend burgemeester. Dat is de schepen die de burgemeester vervangt, omdat die laatste minister of staatssecretaris geworden is. Hij zal de titel van ereburgemeester mogen dragen als hij de functie gedurende 10 jaar heeft uitgeoefend (tegenover 6 jaar voor de titelvoerend burgemeester). De uittredende plaatsvervangend burgemeester moet het schepenambt ook gedurende minstens 6 jaar of het mandaat van gemeenteraadslid minstens 12 jaar hebben uitgevoerd.

De tweede nieuwigheid betreft de mogelijkheid voor de familie en de naasten om, in geval van overlijden van de betrokkene, een verzoek voor de toekenning van de titel in te dienen.

In het geval van een samenvoeging, een aanhechting of een aanpassing van de grenzen van de gemeenten is een versoepeling van de basisregel voorzien. Voor de titelvoerend burgemeester worden de 6 vereiste jaren in functie dan verminderd tot 5 jaar, en voor de schepen die plaatsvervangend burgemeester is, tot 8 jaar.

Het ontwerp van besluit wordt nu ter advies voorgelegd aan de Raad van State en vervolgens ter goedkeuring aan de Brusselse Regering.

Plan voor digitale toe-eigening van Brussels Gewest

Plan voor digitale toe-eigening van Brussels Gewest

De coronacrisis versnelt de tijd. Voor maart 2020 wisten we al dat onlinetools om toegang te krijgen tot diensten en consumptiegoederen, langzaamaan een vaste plaats in ons leven zouden krijgen. Vandaag verloopt ons privé- en professionele leven grotendeels via de digitale technologieën. Het is in die context dat het Plan voor digitale toe-eigening wordt uitgevoerd.

In België is 39% van de bevolking digitaal kwetsbaar. 14% heeft geen enkele digitale competentie en 25% heeft onvoldoende vaardigheden om het internet te gebruiken. Hoewel 90% van de Belgen op het internet aangesloten is, zijn er tegelijk grote verschillen naargelang het inkomen. 29% van de gezinnen met lage inkomens beschikt niet over een internetverbinding.

Op het niveau van het Brussels Gewest hebben 170.000 personen geen enkele digitale competentie en 475.000 Brusselaars bezitten slechts zwakke vaardigheden.

“Iedereen digitaal”, meer dan een slogan

Iedereen digitaal. Het is met deze slogan voor ogen dat het Brussels Gewest een Plan voor digitale toe-eigening heeft ontwikkeld. (Volledig document hiernaast te downloaden).

Plan voor digitale toe-eigening, te downladen document

Met dit plan erkent het Gewest de noodzaak om concrete maatregelen te nemen om de digitale vaardigheden van de Brusselaars onder handen te nemen. “De burger dichterbij de digitale dimensie brengen is de ambitie van het Plan voor digitale toe-eigening. We moeten de Brusselaars helpen om zich de digitale technologieën eigen te maken door in te zetten op de toegankelijkheid van de digitale tools, opleiding van jongs af aan en begeleiding naar een digitale transformatie die voor iedereen toegankelijk is. Omdat de digitale kloof het gevolg is van twee elementen: enerzijds de toegang tot digitaal materiaal en anderzijds het gebrek aan digitale vaardigheden”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering en Administratieve Vereenvoudiging.

Plan voor digitale toe-eigening bestaat uit 4 krachtlijnen, 17 werkvelden en 66 acties

De vier krachtlijnen – bewust maken, bundelen, uitrusten en begeleiden – moeten ervoor zorgen dat er een 360°-strategie gevoerd kan worden. Zij plaatst de verwachtingen van de gebruikers centraal in de 66 acties.

Het plan, dat toevertrouwd werd aan het CIBG, werd bedacht om ervoor te zorgen dat mensen die uitgesloten zijn van de digitale dimensie, de voordelen begrijpen die de onlinediensten aanbieden.

Het is de bedoeling dat zij over een netwerk van actoren kunnen beschikken die bereid zijn hen te helpen, toegang hebben tot up-to-date materiaal en begeleid worden in functie van hun noden.

“Dankzij zijn ervaring met gelijkaardige projecten rond inclusie (zoals wifi.brussels, het multimediaplan in de scholen en de verwezenlijking van de gemeentelijke OCR’s), speelt het CIBG, sinds december 2019, via de Coördinatie Digitale Inclusie binnen het Centrum, een dirigerende rol bij de projecten die in het Brussels Gewest uitgevoerd worden. Dankzij een grotere samenwerking tussen de verschillende actoren voor digitale inclusie, of het nu gaat om verenigingen, particulieren of de overheid, worden verschillende acties uitgevoerd om meer zichtbaarheid te geven aan deze projecten en om van de digitale overgang een vector van kansen en welzijn voor de burgers te maken”, aldus Marc Van den Bossche, adjunct-directeur-generaal van het CIBG.

66 acties om digitale vaardigheden van Brusselaars te ontwikkelen

KRACHTLIJN 1 van het Plan voor digitale toe-eigening: Bewust maken

De digitale toe-eigening begint met de bewustwording van de talrijke voordelen en kansen die verbonden zijn aan de kennis van de digitale diensten. Voorbeelden van acties:

  • Communicatiecampagne;
  • Organisatie van en deelname aan evenementen in verband met digitale technologieën;
  • Opleiding van gewestelijke en gemeentelijke ambtenaren in de onlinetools;
  • Ontwikkeling van opleidingsmodules voor overheidsdiensten online;
  • Labeling van de Openbare Computerruimtes.

KRACHTLIJN 2: Bundelen

Er worden reeds tal van acties in verband met de digitale toe-eigening van de Brusselaars ondernomen. Deze krachtlijn wil deze acties bijeenbrengen, via de Coördinatie Digitale Inclusie, en de inspanningen van elke actor bundelen. Voorbeelden van acties:

  • Inclusieve aanbevelingen verwezenlijken op het vlak van de ontwikkeling van een digitale overheidsdienst en een package voor IT-ontwikkelaars ontwikkelen om rekening te kunnen houden met de doelgroep die weinig voeling heeft met het digitale;
  • De verschillende actoren bijeenbrengen in een werkgroep om goede praktijken uit te wisselen;
  • De verschillende acties rond digitale toe-eigening inventariseren;
  • Het invoeren van een jaarlijkse barometer over de vooruitgang van de digitale toe-eigening door de Brusselaars;
  • Een studie over het profiel van de bezoekers van de Openbare Computerruimtes uitvoeren.

KRACHTLIJN 3: Uitrusten

Om de digitale vaardigheden van de Brusselaars te versterken, moet de uitrusting van de Openbare Computerruimtes verbeterd worden en moeten de multimedia-animatoren opgeleid worden. Voorbeelden van acties:

  • IT-materiaal leveren aan de actoren van de sector;
  • Het delen van opleidingshandboeken tussen de actoren stimuleren;
  • De terbeschikkingstelling van online-opleidingsplatforms bevorderen;
  • Zorgen voor een basisopleiding voor de multimedia-begeleiders.

KRACHTLIJN 4: Begeleiden

Bepaalde doelgroepen zijn verder verwijderd van de digitale technologieën dan andere. Aldus hebben werkzoekenden, jongeren, senioren, personen met een handicap, kwetsbare personen en vrouwen meer kans dan de anderen om deel uit te maken van de mensen die uitgesloten zijn van de digitale dimensie. 39% van de personen die de Openbare Computerruimtes gebruikt, is immers werkzoekend. Eén persoon op de drie met een handicap heeft geen toegang tot internet. 51% van de internetgebruikers met een laag inkomen bezitten slechts zwakke digitale competenties, tegenover slechts 1 op de 5 personen met een hoog inkomen. Tot slot is 58% van de personen die de Openbare Computerruimtes gebruiken, een vrouw. Voor deze doelgroepen zijn specifieke acties gepland. Voorbeelden van acties:

  • Een test voor IT-competenties uitwerken;
  • Het basis-IT-opleidingsaanbod voor de digitale technologieën, met inbegrip van het buitenschoolse aanbod, in kaart brengen;
  • Een mechanisme invoeren voor het declasseren van IT-materiaal van de besturen ten voordele van kwetsbare personen;
  • Mobiele acties van de Openbare Computerruimtes uitwerken binnen de rusthuizen of thuis;
  • Het gebruik van de spots wifi.brussels monitoren om de minst gebruikte spots te verplaatsen naar plaatsen waar veel doelgroepen komen (sociale woningen, wijkhuizen, …).

Het Plan voor digitale toe-eigening besteedt jaarlijks 900.000 euro, opdat elke Brusselaar toegang heeft tot digitale tools.

“De relatie tussen de gebruiker en de besturen moet verbeterd worden. De digitale wereld van de smart city van vandaag biedt mooie vooruitzichten om deze relatie te vergemakkelijken. Een deel van de bevolking mag evenwel niet achterblijven bij deze omschakeling. De digitale tools die ontwikkeld of gebruikt worden door het bestuur, moeten beter gekend zijn. De gebruikers moeten er bewust van worden gemaakt, de doelgroepen moeten ondersteund worden en er moet een meerkanalige strategie worden aangeboden, zodat elke gebruiker de ideale manier kan vinden om met de administratie te communiceren. De ambtenaren moeten ook opgeleid worden in de nieuwe tools van het vak en leren om de gebruiker te leiden naar de communicatiestrategie die het best bij zijn profiel past”, legt Cathy Marcus, de directrice van Eeasy.brussels, uit.

“Het bijscholen van de Brusselaars wat hun digitale vaardigheden betreft, betekent niet dat alle burgers informaticus, ontwikkelaar of codeur moeten worden, maar wel dat alle Brusselaars in de digitale cultuur worden opgenomen. Met een budget van 900.000 euro dat jaarlijks gewijd wordt aan digitale toe-eigening, wil ik iedereen een minimum aan digitale bagage meegeven. Ik wil van het Brussels Gewest een smart city maken, maar dat hangt in de eerste plaats af van de capaciteit van de burgers om zich de digitale dimensie toe te eigenen”, besluit de Brusselse minister.

Het verslag 2021 van het Plan voor Digitale ToegankelijkheidHet verslag 2021 van het Plan voor Digitale Toegankelijkheid

Het verslag 2021 van het Plan voor Digitale Toegankelijkheid kan hiernaast gedownload worden. In het document, gepubliceerd door Easy.brussels en het CIBG, worden de resultaten vermeld die reeds zichtbaar zijn in de strijd tegen de digitale kloof. In het verslag wordt de stand van zaken van de vier hoofddoelstellingen uit het plan opgemaakt: het bewustmaken van het grote publiek, het bijeenbrengen van de acties rond inclusie om de inspanningen te bundelen, de actoren op het terrein beter uitrusten en diegenen die het verst van de digitale wereld afstaan, begeleiden.

Het verslag 2021 van het Plan voor Digitale Toegankelijkheid

Het verslag 2021 van het Plan voor Digitale Toegankelijkheid kan hiernaast gedownload worden. In het document, gepubliceerd door Easy.brussels en het CIBG, worden de resultaten vermeld die reeds zichtbaar zijn in de strijd tegen de digitale kloof. In het verslag wordt de stand van zaken van de vier hoofddoelstellingen uit het plan opgemaakt: het bewustmaken van het grote publiek, het bijeenbrengen van de acties rond inclusie om de inspanningen te bundelen, de actoren op het terrein beter uitrusten en diegenen die het verst van de digitale wereld afstaan, begeleiden.

Digitale vaardigheden verbeteren

Digitale vaardigheden verbeteren

Om de digitale vaardigheden van de Brusselaars te verbeteren, lanceert Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, een projectoproep voor een bedrag ter waarde van 390.000 euro. De minister voert deze actie in samenwerking met de Cel Digitale Inclusie van het CIBG en de Koning Boudewijnstichting. De ontwikkelde projecten zullen de digitale vaardigheden van de Brusselaars verbeteren; vooral van degenen die niet snel geneigd zijn om online tools te gebruiken vanwege een gebrek aan kennis en praktijk.

In dit tijdperk waarin “alles digitaal” de leuze is, dreigt een uitsluiting van een volledig deel van de bevolking te leiden tot een verslechtering van de situatie

40% van de Brusselaars beheerst de digitale tools niet

De gezondheidscrisis heeft aangetoond dat burgers dringend moeten worden opgeleid in digitale technologie. Terwijl velen dankzij digitale technologie van thuis uit konden blijven werken, hun administratieve procedures konden blijven uitvoeren, sociale banden op afstand konden onderhouden, hebben anderen, de vergetenen van de digitale wereld, zichzelf nog wat meer uitgesloten van de mogelijkheden die online tools bieden.  In het Brussels Gewest verkeert 40% van de bevolking, d.w.z. meer dan 300.000 Brusselaars tussen 16 en 74 jaar oud, in een situatie van digitale kwetsbaarheid

3 prioritaire pijlers om de digitale vaardigheden te verbeteren

Met een totaalbedrag van 390.000 euro moeten de geselecteerde projecten beantwoorden aan een van de drie aangegeven prioritaire pijlers: toegankelijkheid tot digitale tools, opleiding vanaf jonge leeftijd en begeleiding van de samenleving naar een voor iedereen toegankelijke digitale transformatie.

De projecten moeten concreet en onmiddellijk haalbaar zijn en gericht zijn op mensen die ver verwijderd zijn van de digitale technologie. Minimaal 50% moet worden besteed aan opleiding of begeleiding van de doelgroep, en maximaal 50% van de financiële steun mag worden besteed aan informaticamateriaal.

De kandidaatsdossiers moeten uiterlijk op 1 april 2021 worden ingediend bij de Koning Boudewijnstichting. Eind juni zullen de resultaten van de selectie worden bekendgemaakt.

Voor een betere sociale en economische integratie

“Er wordt een muur opgetrokken tussen degenen die de digitale technologie beheersen, en de anderen. Er zijn dus mazen waardoor degenen die geen digitale vaardigheden hebben, nog dieper wegglijden. Deze projectoproep moet dit verhelpen en digitale technologie toegankelijk maken voor alle Brusselaars om bij te dragen aan een betere sociale en economische integratie. Het is een kwestie van digitale solidariteit”, zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering.

 

Honden en katten in het Brussels Gewest

Honden en katten in het Brussels Gewest

Het Brussels Gewest telde in 2020 27.606 katten en 88.180 honden die ingeschreven staan in de databases CatID en DogID. Katten en honden blijven onbetwistbaar de favoriete gezelschapsdieren in het Brussels Gewest.

De populairste hondenrassen van de Brusselaars zijn vooral kleine honden. Geen Franse bulldog en yorkshireterriër meer in de top 5 van vorig jaar. In 2020 is het opnieuw de chihuahua die het klassement aanvoert, gevolgd voor de Amerikaanse stafford, kruisingen, de Duitse spits en de Mechelse herder.

Gemeenten en namen

In Anderlecht, Ukkel en Schaarbeek worden de meeste honden geteld, met respectievelijk 10.046, 9.808 en 6.290 geregistreerde honden.

Wat de namen betreft, worden vooral referenties aan filmpersonages en tekenfilms gekozen. Voor mannetjes zijn Max, Rocky, Tyson, Simba en Rio populair. Voor vrouwtjes kiezen baasjes vaak voor Luna, Lola, Bella, Naya en Maya.

Wat de katten betreft, blijft de Europese kat, ook de straatkat genoemd, het meest voorkomende ras. Het zijn eveneens dezelfde gemeenten die het grootste aantal geregistreerde katten tellen: 2.902 katten in Anderlecht, 2.719 in Ukkel en 2.608 in Schaarbeek. De identificatie van katten is pas in november 2017 verplicht geworden voor na die datum geadopteerde of gekochte katten.

Voor de namen die aan katten worden gegeven, zien we ook verwijzingen naar tekenfilms. Tal van katers kregen dan ook de naam Simba, Tigrou/Tijgertje, Romeo, Leo en Oscar. Kattinnen daarentegen worden vooral Luna, Nala, Mia, Bella en Mimi genoemd.

Een dier houden is een verbintenis op lange termijn

“Een dier hebben is een bron van vreugde en geluk, voor zichzelf en ook voor het gezin, maar het brengt ook verantwoordelijkheden met zich. Daarom is het belangrijk eraan te herinneren dat een dier geen speelgoed is. Het heeft zijn eigen karakter, en ook noden zoals naar buiten gaan, zich inspannen, zijn behoefte doen, beschikken over voldoende voedsel en water, etc. Een dier houden is een engagement op lange termijn. Deze herinnering is belangrijk als we niet willen dat het aantal achtergelaten dieren pijlsnel stijgt”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Drie grote stappen vooruit in de verbetering van het dierenwelzijn

Drie grote stappen vooruit in de verbetering van het dierenwelzijn

De Commissie Leefmilieu van het Brussels Parlement heeft zich op woensdag 3 februari uitgesproken over drie basisteksten om de bescherming van dieren in het Brussels Gewest te verbeteren. Op voordracht van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, zullen paardencarrousels, dolfinaria en lijmvallen voortaan verboden zijn op het volledige Brusselse grondgebied.

De gewesten zijn pas sinds 2014 bevoegd voor dierenwelzijn. Sindsdien is de wetgeving geëvolueerd om optimaal te kunnen inspelen op de evolutie van de aandacht die er voor dieren in onze samenleving is. Er is echter nog gigantisch veel werk aan de winkel.

De Commissie Leefmilieu van het Brussels Parlement heeft alvast gestemd over drie ordonnanties

De eerste ordonnantie betreft het einde van de uitbuiting van kermispony’s. De vorige wetgeving bevatte verschillende hiaten waardoor sommigen de regels konden omzeilen en ponycarrousels op de markten bleven organiseren. Voortaan zal het overal verboden zijn om paardachtigen in een carrousel te laten lopen.

De tweede ordonnantie maakt het onmogelijk om een dolfinarium te vestigen op het grondgebied van het Brussels Gewest. Andere Europese landen hebben reeds wetten in die zin aangenomen. Naast het verbod op de bouw van een dolfinarium in Brussel is het ook de bedoeling een stempel te drukken en de andere gewesten en de aangrenzende landen ertoe aan te zetten soortgelijke maatregelen te nemen.

Ten slotte verbiedt de laatste ordonnantie met name het gebruik van lijmvallen voor knaagdieren. Het leed dat door deze vallen wordt veroorzaakt, kan aanzienlijk zijn. Stress, uitputting, verwondingen bij ontsnappingspogingen: de dieren sterven over het algemeen door verhongering, uitdroging of verstikking.

“Dieren zijn geen speelgoed! We hebben dieren te lang opgesloten in een relatie van dienstbaarheid tegenover de mens en hen te vaak uitgebuit voor ons eigen plezier. Vandaag is het niet langer aanvaardbaar om dit beeld van dieren als slaven te blijven doorgeven aan de jonge generaties. Dankzij de drie ordonnanties laten we de wetgeving positief evolueren om onze relatie met dieren te veranderen”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

De drie ordonnanties moeten nog ter stemming worden voorgelegd aan de plenaire zitting van het Brussels Parlement.

Administratieve vereenvoudiging

Plan de simplification administrative Easy Way - Région de Bruxelles-Capitale

Easy Way, het plan voor administratieve vereenvoudiging 2020-2025, wil de relatie tussen gebruikers en administraties transformeren. Easy Way zal de administratieve lasten verminderen door slechts één keer informatie aan administraties te verstrekken. Het doel is ook dat burgers automatisch bepaalde rechten en vergoedingen krijgen en te allen tijde toegang hebben tot openbare diensten, enz.

Standaardisatie van formulieren en online toegang

Easy Way bevat 20 operationele doelstellingen die worden samengebracht rond 6 strategische doelstellingen. De belangrijkste projecten zijn:

  • Brussels Digital Act of digital by default: het doel is dat digitaal de regel wordt en papier de uitzondering. Openbare diensten moeten gebruikers hierin begeleiden.
  • Met de “Brussels Youth to Digital”, wil het Brussels Gewest jongeren dichter bij de administratie brengen door innovatieve digitale oplossingen te promoten zoals ITSME, IRISBOX, EBOX, …
  • Administratieve vereenvoudiging en de versnelling ervan dankzij digitale technologie mag geen ongewenste effecten hebben. Bijzondere nadruk zal daarom worden gelegd op het verwerven van digitale vaardigheden door gebruikers.
  • Burgers hebben recht op meer transparantie, de toegang tot informatie over het gebruik van subsidies in het Gewest zal vereenvoudigd worden.
  • We willen alle administratieve procedures online toegankelijk maken via een centraal webplatform.
  • Vanaf 2022 kan er geen informatie die al beschikbaar is opnieuw opgevraagd worden bij gebruikers dankzij het “Once Only-plan.
  • Elk voorontwerp van besluit of ordonnantie zal aan een customer journey-analyse moeten worden onderworpen alvorens aan de Regering te worden voorgelegd, de zogenaamde "Kafka-test".
  • De subsidieaanvragen worden gestandaardiseerd. Ze verschillen van de ene administratie tot de andere, waardoor hun toegang complex is voor burgers, bedrijven of verenigingen.
  • Administratieve agenten zijn de eerste actoren bij vereenvoudiging. Ze zullen moeten worden opgeleid in de beginselen van administratieve vereenvoudiging.

Administraties ten dienste van de burgers

“De administratieve formaliteiten zijn talrijk, vaak tijdrovend en soms duur. Ik wil de burgers, maar ook de bedrijven, een duurzamere, toegankelijkere, goedkopere en snellere administratie bieden. Ik wil een echte golf van vereenvoudiging creëren in het Brussels Gewest. Onze institutionele complexiteit zet ons daartoe aan”, ambieert Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Administratieve Vereenvoudiging.

Een administratie moet ten dienste staan van de burgers, bedrijven en verenigingen. En de verwachtingen van de gebruikers met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening zijn de afgelopen jaren sterk geëvolueerd. Door nieuwe technologieën toe te passen, kunnen we de relaties tussen de administraties en de gebruikers vergemakkelijken. Op dit moment kunnen minder dan 25% van de administratieve formaliteiten online worden voltooid en slechts 38% van deze onlineformalitieten is geoptimaliseerd voor smartphonegebruik.

Administratieve vereenvoudiging, een democratische uitdaging

Naast de modernisering van overheidsdiensten, moet administratieve vereenvoudiging de automatische activering van bepaalde rechten mogelijk maken. In België zou naar schatting 2/3 van de in aanmerking komende personen geen leefloon ontvangen, simpelweg door onwetendheid van de gebruikers.

Tot op de dag van vandaag wordt in de ogen van de gebruiker het aanbod aan openbare diensten te vaak gezien als een complex en moeilijk toegankelijk geheel. De gebruiker voelt zich soms verloren, niet wetende bij wie hij terechtkan voor de informatie en ondersteuning die hij nodig heeft.

Het leven vergemakkelijken dankzij een goede beheersing van de digitale tools

“De COVID-crisis werkt als een tijdmachine. We zijn ons allemaal bewust geworden van het potentieel dat de digitale technologie ons biedt. En als morgen, dankzij het 'only once'- of het ‘digital by default’-principe, bepaalde papieren documenten illegaal worden, zal ik de eerste zijn om mij daarover te verheugen. Dat is dan het teken van een geslaagde administratieve vereenvoudiging. De COVID-crisis herinnert ons evenwel ook aan de aandacht die we moeten besteden aan de mensen die de digitale instrumenten niet onder de knie hebben. Daarom zal ik de Regering binnenkort een plan voor digitale toe-eigening voorleggen”, besluit Bernard Clerfayt.

Verhoogde premie voor zelfstandigen

Augmentation de la prime indépendant en Région de Bruxelles-Capitale

De premie voor zelfstandigen, die met terugwerkende kracht tot 1 september 2020 wordt toegekend, werd verhoogd en bedraagt vandaag 4.750 euro. Bovendien worden werkzoekenden die voordien gedurende 2 jaar zelfstandig waren geweest, niet meer uitgesloten.

Premie voor zelfstandigen, steun voor werkzoekenden die hun eigen activiteit lanceren

De verhoogde premie voor zelfstandigen is toegankelijk voor alle Brusselse werkzoekenden die ingeschreven zijn bij Actiris en zich als zelfstandige vestigden en zullen vestigen tussen 1 september 2020 en 31 december 2021.

De bedragen die maandelijks worden toegekend aan werkzoekenden die hun eigen activiteit opstarten, worden dus verhoogd. In totaal zal de werkzoekende een bedrag van 4.750 euro over een periode van 6 maanden ontvangen:

  • 1.250 euro de eerste maand,
  • 1.000 euro de tweede maand,
  • 750 euro de derde en vierde maand (in plaats van 500 euro de vierde maand) en
  • 500 euro de vijfde en zesde maand (in plaats van 250 euro de vijfde en zesde maand).

Begeleiding van project is noodzakelijk

Een activiteit als zelfstandige opstarten kan een oplossing zijn om zijn eigen job te creëren. Het is echter niet altijd evident om zich in dat avontuur te durven storten, vooral wanneer de economische context somber is.

Om die reden blijven de begeleidingsvoorwaarden voor de kandidaten voor de premie voor zelfstandigen streng, om te vermijden dat werkzoekenden de verkeerde keuze maken die de opstart van hun activiteit zou hypothekeren.

Voor Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, moet de haalbaarheid van het project gecontroleerd worden. “Om recht te hebben op de premie, moet de werkzoekende begeleid en opgevolgd worden door een erkende structuur. Het ondernemersproject moet worden gevalideerd en een solide basis bezitten. De premie ondersteunt dus een arsenaal aan begeleidende maatregelen voor het creëren van de eigen werkgelegenheid.”

Meer weten:

Andere artikels over tewerkstelling en opleiding die u zouden kunnen interesseren:

Activiteiten met dienstencheques gedaald in 2020

Activiteiten met dienstencheques gedaald in 2020 – Foto: strijkcentrale

Over het volledige jaar 2020 hebben de Brusselaars in totaal 13.655.420 dienstencheques aangekocht. Dat is een daling met 18% in vergelijking met 2019. In 2020 werden 13.350.747 dienstencheques gebruikt, tegenover 16.474.625 in 2019.

Hervorming uitgesteld

Voor de crisis kondigde de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, een hervorming van het stelsel aan. Deze hervorming beoogt de beheersing van het budget, met het behoud van het aantal jobs en een verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Laat ons niet vergeten dat de gebruiker 9 euro per cheque betaalt, maar dat het Gewest 14 euro moet uitgeven. “De prioriteit is om uit de crisis te geraken. Voorlopig wordt de dienstenchequehervorming uitgesteld”, stelt Bernard Clerfayt.

Financiële steun en sector redelijk gespaard gebleven tijdens tweede golf

Hoofdzakelijk tijdens de maanden maart en april was de daling van de activiteiten met dienstencheques het grootst: een daling met 73% van de activiteiten binnen de sector. Tijdens de tweede lockdown, in oktober en november, bedroeg de daling van het aantal gebruikte dienstencheques respectievelijk 10% en 15%.

Om de sector tijdens de crisis financieel te ondersteunen, maakte de Regering aanzienlijke middelen vrij, namelijk bijna 14 miljoen euro.

“De sector van de dienstencheques heeft ook geleden onder de gezondheidscrisis. Om die reden heb ik vanaf de maand april financiële steun in het leven geroepen om de werknemers uit de sector te helpen die tijdelijk werkloos waren en van wie het basisloon zeer laag is. We stellen eveneens vast dat de sector van de dienstencheques een van de eerste is die het niveau van activiteit bereikt heeft dat te vergelijken is met dat van voor de crisis. In december jongstleden nemen we zelfs een zeer lichte stijging van de activiteitsgraad waar in vergelijking met december 2019. Daaruit blijkt dat het essentiële dienstverlening aan de bevolking betreft die erg populair blijft”, aldus Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

25.000 mensen

Het stelsel van de dienstencheques, dat er reeds jarenlang voor zorgt dat je huishoudhulpen voor een aantrekkelijke prijs kan aanwerven, kent een steeds groter succes bij de burgers. Bovenal heeft dit systeem het mogelijk gemaakt om duizenden werknemers uit de zwarte economie te halen. In het Brussels Gewest werken 25.000 mensen in deze sector.

Transparantie in overheidsuitgaven

Het Brussels Gewest zorgt voor transparantie in de overheidsuitgaven

De Brusselse Regering heeft de gewestelijke besturen de opdracht gegeven om hun gegevens van 2018, 2019 en 2020 met betrekking tot subsidies en overheidsopdrachten opnieuw te publiceren, in een gestandaardiseerd formaat voor open data. Deze gegevens zullen gemakkelijk geanalyseerd en vergeleken kunnen worden, en dat voor een grotere transparantie in de overheidsuitgaven.

“Dit is een belangrijke stap op het vlak van transparantie in de overheidsuitgaven: wie geeft hoeveel aan wie. Ik wil de gegevens openbaar maken, op een zo toegankelijk mogelijke manier, en deze onderwerpen aan ieders controle. Dat is wat men de democratische controle noemt, en zij moet volledig kunnen worden uitgeoefend”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Administratieve Vereenvoudiging.

Deze werkzaamheden zullen het vanaf de lente mogelijk maken om een echt kadaster van de uitgaven in het Brussels Gewest online te publiceren. Deze nieuwe tool zal de toegang tot informatie over de overheidsuitgaven in hoge mate vergemakkelijken, de transparantie verhogen en het goed bestuur versterken, alsook ervoor zorgen dat de sleutelelementen voor de subsidies en overheidsopdrachten van het Gewest snel visueel weergegeven zullen kunnen worden.

Doel van transparantie werd niet bereikt

In mei 2019 heeft het Brussels Gewest de ordonnantie over transparantie goedgekeurd, waardoor de Brusselse besturen verplicht werden informatie te publiceren over de toegekende overheidssubsidies en overheidsopdrachten. Op die manier werd een nieuwe impuls gegeven voor de transparantie in de overheidsuitgaven.

De gepubliceerde gegevens waren evenwel weinig of niet bruikbaar voor het grote publiek. Volgens de aanvankelijke uitvoeringsmodaliteiten werd de doelstelling van transparantie niet behaald. De meeste diensten of ondernemingen vervulden hun plicht en publiceerden de gegevens op hun eigen website. Deze informatie stond echter in een pdf-bestand, wat onhandig is om te gebruiken. Een dertigtal besturen heeft de informatie gepubliceerd, maar op niet-uniforme wijze, wat het vergelijken van gegevens lastig maakte.