Elsene wint gouden label “Diervriendelijke gemeente”

Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, heeft het gouden label “Diervriendelijke gemeente” toegekend aan de gemeente Elsene.

Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, heeft op dinsdag 30 maart het gouden label “Diervriendelijke gemeente” toegekend aan de gemeente Elsene. Dit label beloont de Brusselse gemeente die zich het meest heeft ingezet voor het dierenwelzijn, met de financiële steun van het Gewest.

De gemeente Elsene voldoet aan 9 van de 11 criteria en heeft tal van projecten uitgewerkt: een premie voor een adoptie uit een asiel, een premie voor de sterilisatie van katten, een voederpas voor zwerfkatten en de oprichting van de Adviesraad voor Dierenwelzijn.

Gemeenten reageren op oproep “Diervriendelijke gemeente”

In totaal hebben 15 gemeenten deelgenomen aan deze oproep en zij dienden 35 projecten in. De meest vernieuwende projecten zijn een agility-parcours in Schaarbeek, een charter voor dierenwelzijn in Anderlecht, een gedetailleerde infobrochure in Evere, etc.

De gemeenten hadden eveneens de gelegenheid om mee te dingen naar het gouden label. Om het label te verkrijgen, moeten minstens 6 criteria van een lijst van 11 worden vervuld, zoals een schepen voor dierenwelzijn hebben, ten minste over één vrije loopzone voor honden op het grondgebied beschikken, een diervriendelijk beleid voor zwerfkatten voeren, een sterilisatiepremie voor huiskatten toekennen of de burgers voorlichten en sensibiliseren.

Label “Diervriendelijke gemeente” moedigt gemeenten aan zich in te zetten voor dierenwelzijn

“De gemeenten die een concreet beleid inzake dierenwelzijn voeren, komen tegemoet aan een groeiende wens van hun inwoners. Als actor die het dichtst bij de burgers staat, kunnen zij rechtstreeks impact hebben op het leven van duizenden dieren. Daarom heb ik beslist om de gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van specifieke projecten. Ik lanceer overigens een nieuwe editie van deze projectoproep. De gemeenten die zin hebben om projecten te ontwikkelen of hun inspanningen voort te zetten, kunnen hun aanvraag vóór 15 mei indienen bij Leefmilieu Brussel”, stelt Bernard Clerfayt.

Bijna één op de twee Belgische gezinnen heeft een gezelschapsdier. In het Brussels Gewest tellen we meer dan 90.000 honden en bijna 100.000 katten. En met de coronacrisis is het aantal adopties licht gestegen. Steeds meer Brusselaars bezitten dus een dier en hebben belangstelling voor hun welzijn.

Om de gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van projecten ter verbetering van het dierenwelzijn, heeft het Brussels Gewest in 2020 een projectoproep gelanceerd waarmee ze een subsidie van 7.000 euro en het label “Diervriendelijke gemeente” kunnen bekomen.

Brussels Gewest financiert 12 projecten rond gemeentelijke sportinfrastructuur

12 projets d’infrastructures sportives communales financés par la Région bruxelloise

“Sport is altijd een prioriteit geweest. En in de toekomst zullen we blijven investeren in sport ten dienste van de burgers. Sport is immers het instrument voor integratie bij uitstek dat sterke waarden als respect, verdraagzaamheid en inzet in zich draagt. En het sporten zelf, in groep of individueel, moet een recht voor alle burgers worden”, pleit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen.

Investering van 70 miljoen euro in sportinfrastructuur

Sinds haar indiensttreding heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bijna 10 miljoen euro vrijgemaakt om de renovatie van synthetische sportterreinen op te starten en te voltooien.

In juni 2020 heeft de Regering de projectoproep “Demografische boom” uitgeschreven voor een bedrag van 60 miljoen euro. De gemeenten dienden 71 projecten in. Twaalf van deze projecten betreffen rechtstreeks de gemeentelijke sportinfrastructuur: een sportzaal in Neerpede in Anderlecht, een andere in Molenbeek, de renovatie van het zwembad Victor Boin in Sint-Gillis en van het zwembad Neptunium in Schaarbeek, de modernisering van de sportsites Terdelt en Wahis in Schaarbeek, het ventilatiesysteem van het zwembad Sportcity in Sint-Pieters-Woluwe en de renovatie van de atletiekpiste in het stadium Fallon in Sint-Lambrechts-Woluwe.

Aanbod van gemeenten in Brussels Gewest verbeteren

Sport is een belangrijk maatschappelijk gegeven: zij leidt tot sociaal contact, brengt mensen bijeen, is vormend en zorgt voor persoonlijke ontwikkeling. Sport draagt bij aan een goede algemene gezondheid, stimuleert het zelfvertrouwen en brengt de burgers veel van de waarden bij die essentieel zijn voor het maatschappelijke leven.

Daarom werd de algemene dotatie aan de gemeenten verhoogd en wordt zij jaarlijks geïndexeerd. De gemeentelijke autonomie, een principe dat in de grondwet werd vastgelegd, geeft de gemeenten evenwel de mogelijkheid keuzes te maken en zelf hun prioriteiten voor de uit te voeren werven te bepalen.

“Ik roep op om de bevoegdheden in verband met sport weer op één machtsniveau bijeen te brengen”

Desalniettemin blijft sport een bevoegdheid die bijzonder versnipperd is tussen de Federatie Wallonië-Brussel en de FGC – beide bevoegd voor de clubsporten – en het Brussels Gewest – enkel bevoegd voor de gemeentelijke sportinfrastructuur. “Zal de verbetering van het beleid voor de sportsector leiden tot een heroverweging van het beheer van deze bevoegdheid? Ik roep op om de bevoegdheden in verband met sport weer op één machtsniveau bijeen te brengen. Laten we het omgekeerde doen van de laatste staatshervorming die zich beperkt heeft tot het behoud van de versnippering van deze bevoegdheid op het grondgebied van het Brussels Gewest", besluit Bernard Clerfayt.

Wordt vervolgd …

 

Eerste Belgische week van de artificiële intelligentie

Eerste Belgische week van de artificiële intelligentie

Vandaag is de eerste Belgische week van de artificiële intelligentie (AI) van start gegaan. Er zijn echter weinig mensen die de technologische revolutie die zich voltrekt, begrijpen, alsook de nieuwe mogelijkheden die ons worden geboden.

Artificiële intelligentie voedt zich met data

Artificiële intelligentie ontleent haar kracht aan data. Het vermogen van een algoritme om patronen te herkennen en om suggesties te doen, hangt immers af van wat zij kan halen uit de data die zij te verwerken krijgt.

In combinatie met artificiële intelligentie bieden data alle sectoren – overheidsdiensten, gezondheidszorg, financiële diensten, communicatie, media, etc. – de kans om innovatieve producten en boeiende klantervaringen aan te bieden en hun dagelijkse activiteiten te optimaliseren.

De Brusselse datastrategie

In het Brussels Gewest werkt minister Bernard Clerfayt aan de uitvoering van een Brusselse datastrategie, die uiteindelijk tot doel heeft de werking van de overheidsdiensten te optimaliseren: de kwaliteit van de geproduceerde data verbeteren, ze openbaar maken en zorgen voor compatibiliteit.

Om dat doel te bereiken, zullen wij een data governance opzetten die de samenhang van het gebruik en de uitwisseling van data op het niveau van het Gewest tot stand zal brengen en waarborgen.

Wij starten ook met de ontwikkeling van een structuur voor het delen van data via een Brussels platform voor gegevensuitwisseling. Hierdoor zullen gegevens in een veilig en transparant kader uitgewisseld en gedeeld kunnen worden, zodat academici, ondernemers en burgers deze in het voordeel van de burgers kunnen benutten. Het spreekt voor zich dat het daaruit voortvloeiende sociale potentieel enorm is.

Onlangs werd in de media bericht over een project om het cv van een werkzoekende beter te laten matchen met een jobaanbieding van een bedrijf. Ook daar kunnen gegevens gebruikt worden om de efficiëntie van de overheidsdiensten te verhogen. Het is niet de mens tegenover de machine; het is de machine ten dienste van de mens.

Glasvezel

Hoe meer data er voorhanden zullen zijn, hoe meer capaciteit we ten slotte nodig zullen hebben om ze te transporteren. En aangezien we evolueren binnen een maatschappij van de onmiddellijkheid, is het Brussels Gewest, om de overdracht van data te kunnen verzekeren, bezig met het opzetten van een ambitieus plan voor de uitrol van glasvezelverbindingen.

Dit geconsolideerde netwerk zal ons in staat stellen over een netwerk van bijna 1.000 km in het volledige Gewest te beschikken. De capaciteit om sneller data uit te wisselen zal dus aanzienlijk vergroot worden. Onze algoritmen zullen ook sneller gevoed worden ten voordele van de artificiële intelligentie, en dus van de burgers.

Hier volgen enkele actuele uitdagingen die betrekking hebben op de nabije toekomst van ons Gewest en die wij ter gelegenheid van de eerste Belgische week van de artificiële intelligentie wilden vermelden.

Brussels Gewest lanceert nieuwe projectoproep om het welzijn van dieren in de stad te verbeteren

Welzijn van dieren in de stad verbeteren

De Brusselse minister van Dierenwelzijn, Bernard Clerfayt, schrijft een projectoproep voor de 19 gemeenten uit. De gemeenten zullen een subsidie tot 7.000 euro kunnen genieten om projecten te financieren die het welzijn van dieren in de stad verbeteren.

De Brusselaars kennen steeds meer belang toe aan het welzijn van hun dieren, die ze overigens beschouwen als een lid van de familie. Samenwerken met de gemeenten – de eerste contactpunten van de bevolking – is dus van fundamenteel belang om het welzijn van de dieren in de stad te verbeteren.

De samenwerking tussen alle actoren is onontbeerlijk om in harmonie met onze dieren te kunnen samenleven. Om die reden moedig ik de 19 gemeenten aan om deze kans te grijpen om het welzijn van de Brusselse dieren te verbeteren en om concrete acties op te zetten. Door deze projectoproep voort te zetten en de criteria te laten evolueren, zetten we de gemeenten aan om zich voortdurend in te spannen”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Het label “Diervriendelijke gemeente”

Om de 19 Brusselse gemeenten te ondersteunen in de verwezenlijking van hun initiatieven, lanceert het Brussels Gewest een nieuwe editie van de projectoproep “Label diervriendelijke gemeente”, zodat zij een subsidie van maximaal 7.000 euro kunnen genieten (waarvan maximaal 4.000 euro per uit te voeren criterium) en hun initiatieven voor het dierenwelzijn in de schijnwerpers kunnen plaatsen.

De gemeenten moeten aan minstens 7 van de 12 criteria voldoen:

  1. Het aanwerven van of het toekennen van opdrachten aan een gemeenteambtenaar die toeziet op de naleving van de wetgeving  inzake dierenwelzijn
  2. Een contactpersoon voor dierenwelzijn binnen de politiezone
  3. Het aanleggen of voorzien van een vrije hondenzone
  4. Een diervriendelijk beleid voor zwerfkatten
  5. De toekenning van een premie om huiskatten te steriliseren
  6. Opvang 24/7 van dieren die rondzwerven, gevonden worden of achtergelaten werden
  7. Voorlichting en sensibilisering van de burgers
  8. De toegang van huisdieren tot bepaalde plaatsen
  9. Het verbod op vuurwerk
  10. De organisatie van evenementen rond dierenwelzijn
  11. De toepassing van de wet op de Gemeentelijke Administratieve Sancties bij het niet naleven van het verbod op het gebruik van (knal)vuurwerk
  12.  De ontwikkeling van inhoud met betrekking tot dierenwelzijn op de website van de gemeente

Het Gouden Label 2021

De gemeenten zullen ook kunnen dingen naar het Gouden Label 2021. Dat is een beloning die in 2022 uitgereikt zal worden aan de Brusselse gemeente die blijk gegeven heeft van bijzondere welwillendheid tegenover dieren en zo veel mogelijk criteria nageleefd heeft. Het Gouden Label 2020 zal op 30 maart worden uitgereikt in de gebouwen van Leefmilieu Brussel.

Opleiding en digitalisering: partnerschappen versterken troeven van Brussel

Mediaplanet heeft een panel van zeven deskundigen bijeengebracht rond Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering

Mediaplanet heeft een panel van zeven deskundigen bijeengebracht rond Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, Werk en Beroepsopleiding, en Barbara Trachte, de Brusselse staatssecretaris van Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek.

Hieronder worden enkele fragmenten van de uitwisselingen weergegeven, met een bijzondere focus op de aspecten van opleiding en digitalisering.*

Grote vraag naar competenties leidt tot kloof die gedicht moet worden

Zowel Guillaume Boutin, de CEO van Proximus Group, als Bruno de Thibault, de CEO van Touring, maken gewag van de inspanningen en goedgekeurde investeringen in de opleidingsprogramma’s. Deze laatste worden aangeboden in samenwerking met de gewestelijke agentschappen voor tewerkstelling en de opleidingsinstituten. Desondanks raken de leidinggevende functies niet ingevuld en volgen de opleidingsprocessen de evolutie van de vraag naar competenties niet.

Bernard Clerfayt wijst op de grote vraag naar competenties op de Brusselse arbeidsmarkt. Hoewel het opleidingsaanbod van een zeer goed niveau is, en dat is een troef van het Gewest, is Brussel echter “het meest veeleisend in termen van de vraag naar competenties”. En hij benadrukte de noodzaak om het competentieniveau van de werkzoekenden, met name op IT-vlak, te verbeteren.

De minister bracht de lopende partnerschappen dankzij het instrument van de polen opleiding-werk in herinnering. “Om de opleidingen en de noden van de bedrijven dichter bij mekaar te brengen, lopen er samenwerkingen tussen de overheidsdiensten voor opleiding en de privésector via de opleidingsfondsen voor werknemers. In de sectoren van de bouw, de techniek, de digitale technologieën en de logistiek bepalen de polen opleiding-werk de best mogelijke vormingen, zowel wat bijscholing betreft als voor werkzoekenden.”

Duaal leren = verbinding tussen beroep en opleiding

Voor 92 beroepen bestaat in het Brussels Gewest de oplossing van duaal leren; centraal daarbij staat de complementariteit tussen opleiding volgen en ervaring opdoen in bedrijven. De opleidingen richten zich tot jongeren vanaf 15 jaar en tot “een steeds groter publiek van volwassenen, met inbegrip van personen die zich omscholen”, preciseert Vincent Giroul, de directeur van Efp formation.

“80% van de jongeren die een alternerende opleiding heeft gevolgd, vindt meteen een job. Reden: het duaal leren zorgt ervoor dat de realiteit van een beroep meteen kan worden uitgeprobeerd in een onderneming, en de onderneming kan haar toekomstige werknemers op maat opleiden. Het duaal leren heeft toekomst en moet beter ondersteund worden, naar het voorbeeld van wat gebeurt in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk”, preciseert Bernard Clerfayt.

De directeur van Efp formation lanceert in dat verband een oproep aan de Brusselse bedrijven: “Midden januari jongstleden zochten 1.742 personen nog een stageplaats.” Het ontbreekt werkzoekenden niet aan motivatie: 7.000 personen zijn ingeschreven voor dit instrument voor duaal leren.

De Brusselaars kennen bepaalde activiteitendomeinen minder goed, hoewel er veel jobs in te vervullen zijn. Philippe Matthis herhaalt hoe belangrijk het succes van de haven en zijn “12.000 rechtstreekse en onrechtstreekse medewerkers” is. Hij bracht ook het belang van opleiding in het hart van de havenactiviteiten in herinnering: “Het personeel kan gebruikmaken van jaarlijkse opleidingsplannen en wij dragen, met Actiris, bij aan de aanwerving van startbaanovereenkomsten, die 10% van onze medewerkers betreffen.”

Bijscholing maakt ook deel uit van het praktische pedagogische beleid dat uitgevoerd wordt door de hogescholen, aldus Emmanuelle Havrenne, directrice-voorzitster van de hogeschool Ephec. Het partnerschap met de bedrijven “komt ook tot uiting via de 15 weken stage in een onderneming op het einde van de opleiding, via ondernemingen die onderwerpen voor eindwerken voorstellen”.

Innovatie en partnerschappen verhogen productiviteit

Innoviris ondersteunt elk jaar 300 projecten rond industrieel onderzoek, preciseert de adjunct-directeur-generaal, Marie-Carmen Bex. Zij illustreert het belang van partnerschappen en merkt op dat “meer dan 30% van de projecten het resultaat zijn van een samenwerking tussen verschillende actoren, en niet van één enkele instelling”.

Emmanuelle Havrenne brengt de verschillende aspecten van innovatie in de opleiding in herinnering. We zullen de competenties in termen van “digitalisering en nieuwe economische modellen – kringloop- of collaboratieve economie, e-business, etc.” onthouden. Ze preciseert dat, in deze context van de pandemie, “innovatie tenslotte de pedagogische praktijken betreft die een jaar geleden in het bijzonder aangepast moesten worden met het onderwijs op afstand en de platformen voor e-learning”.

Innovatie is van fundamenteel belang voor de permanente verbetering van de kennis en van onze samenleving, aldus Bernard Clerfayt. “Of ze nu technologisch of sociaal is, ze verbetert onze productiviteit, onze economie, onze koopkracht, ons levenscomfort, de kwaliteit van onze jobs, etc. De honger naar innovatie moet breed gedeeld worden en, bijgevolg, de honger naar STEIM-opleidingen (science, technology, engineering, IT, mathematics). Diegenen die deze opleidingen voltooien, hebben onmiddellijk voor lange tijd kwaliteitsvol werk.”

Meer jobs dankzij digitale technologieën

“Van de 92 beroepen die worden voorgesteld in onze opleidingen, wordt er niet één gespaard door de globalisering en de digitalisering. Wij nemen de digitale competenties dan ook in al onze programma’s op”, stelt Vincent Giroul.

Bernard Clerfayt legt de nadruk op de opportuniteiten voor het creëren van werk: “De digitalisering moet beheerst worden om economische activiteit te creëren. Agoria, de federatie van de technologische industrie, heeft benadrukt dat de digitalisering veel meer jobs zal creëren dan zal doen verdwijnen. De digitale kloof is evenwel een feit: volgens een recente studie van de Koning Boudewijnstichting beheerst 15% van de mensen de digitale tools helemaal niet en bijna 40% beheerst ze slecht. Om deze situatie te verbeteren, heeft Brussel een ‘plan voor digitale toe-eigening’ uitgewerkt dat de meest kwetsbare doelgroepen begeleidt.”

Data: “een bron voor toegevoegde waarde die eindeloos reproduceerbaar is”

Guillaume Boutin had het over de gevolgen van de gezondheidscrisis: “[…] Nooit hadden we zoveel nood aan nabijheid en menselijke contacten. […] De nood aan nabijheid zal er daarentegen voor zorgen dat de productie- en internettools opnieuw lokaler worden ingeplant. Dit is een enorme kans om de digitale diensten voor het dagelijkse leven, de economische ontwikkeling en de herschikking van kapitaal naar lokale afdelingen heruit te vinden. Een voorbeeld: de slager op de hoek van de straat zal morgen een webactor worden, omdat hij in staat zal zijn om zijn activiteiten op internet te promoten.”

De minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, brengt de toegevoegde waarde van het benutten van gegevens in herinnering. “De digitalisering leidt immers ook tot het gebruik van gegevens om de aangeboden diensten te verbeteren. Dat is wat we onder andere zien met de ‘Mobility As A Service Platforms’ (MaaS), toepassingen die het mogelijk maken om alle nodige informatie voor een betere mobiliteit te vinden, onder meer door gebruik te maken van artificiële intelligentie. Dit alles doet echter de vraag rijzen naar de veiligheid en het publieke karakter van onze gegevens. Persoonlijk ben ik een voorstander van een ruime openbaarheid van de gegevens, aangezien deze onuitputtelijk zijn en een bron van toegevoegde waarde vormen die tot in het oneindige gereproduceerd kan worden.”

Voor dit domein in het bijzonder herhaalt Guillaume Boutin het belang van partnerschappen. “Data vereisen een gezamenlijke aanpak door de publieke en de private sector. De soevereiniteit van de data en de ‘digitale kluizen’ zijn onderwerpen die we allemaal samen extreem snel onder de knie moeten krijgen. Als wij het niet doen, zullen andere Europese actoren of van elders ter wereld het in onze plaats doen!”

––––

* Dit artikel is een samenvatting van de uitwisselingen genoteerd door Philippe Van Lil voor Mediaplanet.

Wifi.brussels bekoort steeds meer

Wifi.brussels

Wifi.brussels is het gratis wifinetwerk van het Brussels Gewest. Hiermee kunnen Brusselaars, pendelaars en ook toeristen overal in Brussel gratis op internet surfen. In 2020 was bijna een miljoen toestellen aangesloten op het gratis netwerk.

“Door iedereen, Brusselaars of passanten, gratis te laten surfen op het net, is wifi.brussels een van de hoekstenen van een smart city-gewest. Een smart gewest is in feite een gewest dat digitale technologie gebruikt ten behoeve van zijn burgers. En vandaag kan niemand meer zonder internet”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering.

Eén account wifi.brussels om zich in te loggen op 221 plaatsen

De hotspots van het netwerk wifi.brussels bevinden zich zowel buiten in de openbare ruimte als in bepaalde openbare gebouwen: gemeentehuizen, bibliotheken, administraties, enz. In totaal worden 221 plaatsen gedekt door het wifi.brussels-netwerk voor in totaal 867 hotspots. Alle metrostations van de MIVB hebben trouwens toegang tot het gratis netwerk.

Om met wifi.brussels te surfen op een smartphone, tablet of computer, volstaat het om een gratis account aan te maken. Het toestel herkent het wifi.brussels-netwerk dan onmiddellijk en maakt automatisch verbinding.

254.401 gebruikers

In november 2019 is een platformmigratie uitgevoerd om de gebruikerservaring verder te verbeteren. Sindsdien werden 659.711 verbindingen met het portaal gemaakt, waarvan 459.963 in 2020, voor een totaal van 254.401 unieke gebruikers. Tussen 4 november 2019 en 31 december 2020 voerden gebruikers 62.800.006 acties uit op het wifi.brussels-netwerk: webpagina's raadplegen, video's, muziek en e-mails downloaden, etc. Vóór maart 2020 en de start van de lockdown was er een piek van 220.000 acties/dag. Na 16 maart daalde dit aantal tot 140.000, een opmerkelijk resultaat gezien de gezondheidscontext en de lockdown.

De gemiddelde verbindingstijd per sessie was 2,1 uur. 48% van de sessies duurt echter tussen de 0 en 30 minuten, terwijl slechts 24% van de sessies meer dan 2 uur duurt. Gemiddeld is het aantal aansluitingen het grootst op zaterdag, zondag en maandag, met zowat 16% van de verbindingen per dag. De overige dagen van de week gaat het om 13%.

Op het grondgebied van de Stad Brussel tellen we de meeste verbindingen; in deze gemeente liggen ook de drukste metrostations. Daarna volgen de gemeenten Sint-Joost en Sint-Agatha-Berchem. De meest populaire toegangspunten zijn de metrostations Kunst-Wet, Zuidstation, Rogier en De Brouckère.

Evolutie naar nieuwe standaard en extra toegangspunten

In 2021 zal een deel van het materieel worden vervangen om het netwerk te onderhouden en te upgraden naar de nieuwe standaard van draadloze verbindingen, wifi 6. Dit zal een hogere surfsnelheid mogelijk maken en het bereik verbeteren.

Tegelijkertijd zullen er nieuwe wifi.brussels-toegangspunten komen in verschillende Brusselse gemeenten. Twee extra toegangspunten in Anderlecht, in de buurthuizen Scheut en Rossini, en vier nieuwe sites in Evere: de buurthuizen Germinal, Platon en Picardie en een site in het Brussels Museum van de Molen en de Voeding.

De technische ondersteuning voor wifi.brussels wordt verzekerd door IRISnet, in samenwerking met verschillende andere technologische dienstverleners.

Record voor IRISbox in 2020: 327.000 aanvragen

Record voor IRISbox in 2020: 327.000 aanvragen

IRISbox is het onlineplatform van het Brussels Gewest dat 24/7 gewestelijke en lokale dienstverlening aanbiedt. In 2020 is het aantal gebruikers en aanvragen, wegens de coronacrisis, letterlijk geëxplodeerd.

“De pandemie werkt als een trendversneller. De sterkste trend van allemaal is de digitalisering. Door het beschikbare aanbod op IRISbox te vergroten, zijn de Brusselaars tot het inzicht gekomen dat het vaak eenvoudiger en sneller is om administratieve handelingen online te verrichten dan zich naar de besturen te begeven. Resultaat: 78.000 nieuwe gebruikers hebben zich ingeschreven in IRISbox en in totaal werden 327.000 aanvragen ingediend”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering en Administratieve Vereenvoudiging.

De meeste gebruikers van IRISbox zijn … vrouwen

Opdeling van de gebruikers per leeftijdsgroep54% van de gebruikers van IRISbox zijn vrouwen, tegenover 46% mannen. De gebruikers komen uit alle leeftijdsgroepen, met een lichte piek voor de 25- tot 34-jarigen, die 25% van het totaal vertegenwoordigen. In 60% van de gevallen loggen de gebruikers in met een computer; in 40% van de gevallen met een smartphone.

Gebruikers doen vooral gemeentelijke aanvragen

Hoewel het aantal aanvragen aanzienlijk gestegen is, zijn het vooral de aanvragen gericht aan de gemeentelijke administraties die bijna verdrievoudigd zijn. In 2019 werden 103.957 aanvragen ingediend bij de plaatselijke diensten, tegenover 296.541 in 2020.

Een platform vol nieuwigheden

Sinds mei 2020 kan je online rechtstreeks een afspraak vastleggen met de gemeenten Sint-Gillis, Ganshoren en Vorst. Vervolgens kwamen de gemeenten Ukkel, Watermaal-Bosvoorde, Jette en Molenbeek erbij. Maandelijks worden op deze manier bijna 8.000 afspraken gemaakt.

Tegelijk is het aantal op IRISbox beschikbare formulieren gestegen. In 2020 kwamen er 55 nieuwe administratieve handelingen bij, zoals de aanvraag voor een studentenjob, projectoproepen, de zorg voor zieke kinderen, een doorgangsbewijs voor de autoloze zondag, etc.

Ook is het mogelijk om dankzij een chatvenster rechtstreeks in contact te treden met medewerkers van de gemeenten.

Bij bepaalde gemeenten kan je intussen via IRISbox online een adreswijziging doorgeven. Deze nieuwe functies verklaren ook het groeiende succes van het platform bij de gebruikers.

“IRISbox kadert perfect in mijn doelstelling om het Brussels Gewest te laten evolueren naar een smart city. De digitale technologieën zorgen voor een modernere, eenvoudigere, efficiëntere en toegankelijkere administratie. Gedaan met de lange wachtrijen aan het loket, gedaan met de onnodige verplaatsingen. De burgers en de bedrijven voeren steeds meer administratieve handelingen online uit, en dat op een volledig beveiligde manier”, besluit de Brusselse minister.

Strijd tegen discriminatie bij aanwerving

Brussels Gewest lanceert projectoproep ter waarde van 750.000 euro in strijd tegen discriminatie bij aanwerving

“Diversiteit op de werkvloer is nog niet de norm. De economische wereld bezwijkt te vaak voor de verleiding om verschillen te verwerpen. Rekening houden met de realiteit van diversiteit vereist dus hard werk dat essentieel is om talent te stimuleren en iedereen dezelfde kansen te geven”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Brussels Gewest lanceert projectoproep ter waarde van 750.000 euro in strijd tegen discriminatie bij aanwerving

De minister van Werk meent dat discriminatie bij de aanwerving niet onvermijdelijk mag zijn: “Deze nieuwe projectoproep dient om de diversiteit te bevorderen en er een verrijking voor de onderneming van te maken, zodat de Brusselaars zonder discriminatie tot de arbeidsmarkt kunnen toetreden.”

Er heerst nog te vaak een stigma rond identiteiten en verschillen. Gender, afkomst, leeftijd, handicap, seksuele geaardheid: er zijn tal van criteria in de procedures die leiden tot discriminatie bij de aanwerving.

Discriminatiemechanismen sluiten van meet af aan getalenteerde mensen van aanwervingsprocedures uit. Wanneer twee personen even competent zijn, heeft toch niet iedereen dezelfde kansen om werk te vinden.

Onderwerp en info

Voor deze editie werd een specifieke thematiek gekozen, namelijk de leeftijd. Of je nu te jong of te oud bent, leeftijd blijft een groot obstakel om tot de arbeidsmarkt toe te treden.

Projectdragers hebben tot en met 31 maart 2021 de tijd om hun dossier in te dienen.

Alle informatie is beschikbaar op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid.

Sociale Top 2021

Sociale Top 2021

De Sociale Top van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft plaatsgevonden op woensdag 24 februari. Minister Bernard Clerfayt was tevreden over de constructieve sfeer tijdens de gesprekken. Hierbij enkele belangrijke punten uit de tussenkomst van de minister.

Om de crisis aan te pakken, hebben we tools om te begeleiden en op te leiden

Hij bracht de middelen in herinnering die de Brusselse Regering vrijgemaakt heeft inzake begeleidende maatregelen voor de werkzoekenden en opleiding. Deze middelen werden operationeel gemaakt dankzij de bijdrage van de sociale partners.

Het Gewest kan het hoofd bieden aan de gevolgen van deze crisis. De instrumenten zijn voorhanden en de sociale partners zijn erbij betrokken.

Een beleid ten gunste van de Brusselse werkzoekenden

We moeten ons economische beleid zo oriënteren dat onze inspanningen van vandaag ten goede komen aan de Brusselse werkzoekenden. De deelnemers brachten in herinnering dat voor alle Brusselaars die geen toegang tot werk hebben, het risico op armoede ontstaat. Daarom moeten we ons blijven toespitsen op het aandeel van de Brusselaars dat toegang heeft tot de arbeidsmarkt in verhouding tot de massa banen die op het gewestelijke grondgebied gecreëerd wordt. In dit opzicht stellen we een tekort vast.

Op de korte en langere termijn is dit punt van fundamenteel belang voor de relance van het Gewest. Onze werkzoekenden krijgen verhoudingsgewijs immers nog te weinig van de jobs die in het Brussels Gewest gecreëerd worden.

Oproep tot overlegde bijdrage van sociale partners

De minister van Werk en Beroepsopleiding herhaalde ook hoezeer hij het met de sociale partners gerealiseerde werk waardeert. Zij dragen bij aan alle gewestelijke instrumenten van het beleid inzake tewerkstelling en opleiding: Actiris, Bruxelles Formation, de Polen Opleiding-Werk. Deze Polen worden in alle sectoren opgericht, zoals ze vastgesteld werden in de gewestelijke beleidsverklaring.

Bernard Clerfayt verklaarde open te staan voor alle opmerkingen en suggesties die geformuleerd werden in het kader van deze Sociale Top, en vooral voor de toekomst, voor de aanwending van de middelen die werden toegekend om onze instrumenten voor begeleiding en opleiding te versterken.

Wat zeker niet mag ontbreken: talen en digitale technologie

Tot slot legde de minister de nadruk op de versterking van de basiscompetenties van de minst gekwalificeerde Brusselaars. In alle beroepen is het beheersen van de eerste taal, en nog beter, het leren van een tweede taal, onontbeerlijk. En hetzelfde geldt voor de digitale vaardigheden. Zij worden de sleutel voor de toegang tot werk, zelfs voor laaggeschoolde jobs.

Duidelijke criteria voor eretitels

écharppe mayorale

“Aangezien de aangelegenheid met betrekking tot de eretitels over verschillende federale teksten verspreid zat, moesten we de voorwaarden en de procedure samenbrengen in één tekst, die leesbaarder is en geen verouderde bepalingen meer bevat; de federale wetgeving dateert immers van 1980. Het was eveneens de gelegenheid om de toekenning van de titel aan een overleden burgemeester mogelijk te maken, alsook aan een plaatsvervangend burgemeester”, preciseert Bernard Clerfayt. Op zijn voordracht heeft de Brusselse Regering in eerste lezing een ontwerp van besluit goedgekeurd tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden voor een eretitel aan burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden.

Onlangs in het nieuws…

In augustus 2017 kreeg Willy Decourty de titel van ereburgemeester. Na bijna 14 jaar burgemeester van de gemeente Elsene te zijn geweest, mocht Willy Decourty deze eretitel dragen. Recenter is Eric Tomas, de voormalige burgemeester van Anderlecht, eveneens ereburgemeester geworden.

Een bevoegdheid die intussen gewestelijk is

Om deze titel te kunnen genieten, moet er voldaan worden aan bepaalde voorwaarden die tot nu toe vastgesteld werden door federale wetgeving. Aangezien deze competentie voortaan onder de Brusselse Regering valt, is zij tot een akkoord gekomen over een nieuw ontwerp van besluit dat dient om deze voorwaarden in verband met het dragen van eretitels zo goed mogelijk te vereenvoudigen en samen te vatten.

De titelvoerende burgemeesters kunnen aldus de titel van ereburgemeester aanvragen na de functie gedurende 10 jaar te hebben uitgeoefend, of gedurende 6 jaar op voorwaarde dat zij, in dezelfde gemeente, voorafgaand aan hun functie als burgemeester, gedurende minstens 6 jaar een schepenambt of gedurende minstens 12 jaar een mandaat van gemeenteraadslid hebben uitgeoefend.

Wat de ereschepenen betreft: zij moeten de post minstens 10 jaar hebben bekleed, of 6 jaar op voorwaarde dat zij voordien een mandaat als gemeenteraadslid in diezelfde gemeente hebben uitgeoefend gedurende minstens 12 jaar.

En gemeenteraadsleden ten slotte moeten minstens 18 jaar hun functie hebben bekleed om de titel te krijgen.

Nieuwigheden voor de eretitels

Het besluit bevat twee nieuwigheden. De eerste betreft de mogelijkheid om de eretitel toe te kennen aan de uittredende plaatsvervangend burgemeester. Dat is de schepen die de burgemeester vervangt, omdat die laatste minister of staatssecretaris geworden is. Hij zal de titel van ereburgemeester mogen dragen als hij de functie gedurende 10 jaar heeft uitgeoefend (tegenover 6 jaar voor de titelvoerend burgemeester). De uittredende plaatsvervangend burgemeester moet het schepenambt ook gedurende minstens 6 jaar of het mandaat van gemeenteraadslid minstens 12 jaar hebben uitgevoerd.

De tweede nieuwigheid betreft de mogelijkheid voor de familie en de naasten om, in geval van overlijden van de betrokkene, een verzoek voor de toekenning van de titel in te dienen.

In het geval van een samenvoeging, een aanhechting of een aanpassing van de grenzen van de gemeenten is een versoepeling van de basisregel voorzien. Voor de titelvoerend burgemeester worden de 6 vereiste jaren in functie dan verminderd tot 5 jaar, en voor de schepen die plaatsvervangend burgemeester is, tot 8 jaar.

Het ontwerp van besluit wordt nu ter advies voorgelegd aan de Raad van State en vervolgens ter goedkeuring aan de Brusselse Regering.